- 20 januari 1961 - 28. volkstelling verkregen kunnen worden. Dat zijn geen gegevens van nu, maar aangezien het de bestaande woningvoorraad betreft, is het ook niet zo oud. Het toerisme naar Soest neemt van jaar tot jaar toe en er is geen enkele reden teruggang te verwachten. Een gemeente als Soest, die tot het westen behoort en door het westen zo gemakkelijk is te bereiken, zal zich vooral moeten openstellen voor het dagtoerisme. Het is niet mogelijk alle toerisme, en dus ook de watersport, in Soest onder te brengen. Dan blijft er niets over dat voor de toeristen aantrekkelijk is. Het dag toerisme zal steeds groter aantallen omvatten en dat brengt ook zijn geva ren mee. Het is van belang dat het wordt geleid en wordt opgevangen door daartoe ingerichte picnicplaatsen en parkeergelegenheid voor auto's aan de rand van het recreatiegebied. Deze gehele zaak is in behandeling bij de vereniging Utrechtse Heuvelrug, waaraan de gemeente meedoet en die zal beginnen met het terrein op de Soesterhoogt in orde te maken. Met deze vereniging wordt overleg gepleegd over in te richten parkeerplaatsen. Hier voor bestaat ook belangstelling aan het einde van de Foekenlaan, De vraag is in studie, waar nog meer parkeerterreinen aan de rand van het natuur reservaat kunnen komen. Er wordt naar gestreefd de voor het toerisme vereiste gronden zoveel mogelijk te concentreren, zodat niet het gehele natuurreservaat eraan verloren gaat. Mevrouw Polet heeft het psychotechnisch onderzoek van de zesde klassen naar voren gebracht. Welke regels daarvoor bestaan, weet spreker niet; hij kan er niet veel antwocr d op geven. Misschien weet een van de wet houders er meer van. De wethouder VAN ZADELHOFF herinnert er aan dat de gemeente nu al jaren zit met het uitbreidingsplan op de Eng. De oorspronkelijke ge dachte was dat dit plan de eindfase van de uitbreiding van de gemeente Soest betekende. Het plan is ingediend bij de provinciale uitbreidingsplannen- commissie, die nog nooit tot een besluit is kunnen komen, zelfs vandaag nog niet. Men heeft een onderzoek in loco ingesteld en niet verzocht het uit breidingsplan op bepaalde punten te wijzigen, noch medegedeeld dat het zou worden goedgekeurd, maar de gemeente verzocht een structuurplan te maken. Dit vloeide voort uit de omstandigheid dat het plan van het Westen des Lands was gereedgekomen, waarin ook voor de gemeente Soest een mogelijkheid is om mede te werken aan het op angen van de hoeveelheid mensen die krach tens de aard van hun werk in het westen des lands moeten wonen, Het daarop door de heer van Embden gereed gemaakte structuurplan is in de provinciale welstandscommissie met veel waardering ontvangen en vormt de basis voor verdere uitbreidingsplannen van de gemeente Soest. Intussen is de uitbreiding op de Eng tot aan de Molenstraat goedge keurd, maar er blijft nog altijd een controverse bestaan tussen het gemeente bestuur en de provincie over het gedeelte ten oosten van de Molenstraat in de richting van het kerkhof. De provincie wil graag een bepaald gedeelte van de Eng in zijn volle omvang, zowel wat de noord- als wat de zuidhelling be treft, als "eng" bewaren en de uitbreiding van de Eng in zuidelijke richting - dus, grof gezegd, tussen Molenstraat en Waldeck Pyrmontlaan - gebracht zien. Het gemeentebestuur is het daarmee niet eens; ten eerste niet omdat de mogelijkheden door de zandafgravingen aan de nieuwe weg daar eenvoudig niet zijn; en in de tweede plaats niet omdat den de aardige verbinding die tussen Soest, Soestdijk en Soest -Zuid komt te bestaan langs de noordhelling van de Eng, afgesneden wordt. Voorts moet de Eng worden gezien als een soort recreatiegebied. De landbouw op dat gebied kan wel afgeschreven wor den en dan is het niet meer de Eng zoals men zich een "eng* voorstelt, waarop het landbouwbedrijf wordt uitgeoefend. Het laatste gedeelte van de Eng zal dus toch niet meer de indruk geven en de schoonheid vertoner die de - provincie -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 56