- 20 januari 1961 - 44. een bevredigende oplossing tot stand is gekomen. De bestaande toestand was beslist niet bevredigend en zeer kostbaar. Met de heren Elbertse en de Haan heeft spreker zich afgevraagd of uitbesteding bij een particuliere garage niet de voorkeur zou verdienen. De VOORZITTER verklaart gaarne bereid te zijn de door de heer Dijkstra gevraagde inlichtingen te verstrekken. De moeilijkheid is dat een brandweerauto, wanneer zij malheur heeft egekregen, zo mogelijk binnen een paar uur weer bedrijfsklaar moet zijn. De afgelopen zomer is het onder houd aan een particuliere garage opgedragen, omdat langer dralen met het in orde maken van het materieel niet mogelijk was. Thans is een regeling getroffen, waarmede aan de bezwaren in het verleden wordt tegemoet ge komen» Spreker is gebleken dat men er bij de brandweer toch nog met reser ve tegenover staat. De zaak moet nogmaals worden doorgesproken en het resultaat daarvan zal aan de raad worden medegedeeld. De wethouder VAN ZADELHOFF meent dat achter de voorzichtig ge stelde opmerkingen de vraag schuilt of het onderhoud bij gemeentewerken wel in orde is. Spreker waarschuwt tegen een te voortijdige conclusie» Het doet vreemd aan dat de commandant van de brandweer bij de directeur van gemeentewerken - hun persoonlijke verhouding is overigens goed - er nooit over geklaagd heeft. Een van de mannen die bij gemeentewerken het onderhoud verrichten is lid van de brandweer. Dat hier wel eens andere dingen achter spelen, staat voor spreker als een paal boven water. Hij zou enige ongunstige conclusie ten opzichte van gemeentewerken op dit moment willen uitschakelen. De heer DIJKSTRA wijst er op dat de heren Elbertse, de Haan en hij zich van enigerlei stap zorgvuldig hebben onthouden, omdat zijzelf de zaak nog niet rijp hebben geacht. De wethouder kan gerust zijn: er is beslist geen blaam op gemeentewerken geworpen, maar wel werd de bestaande toestand onbevredigend geacht. De heer HOM vraagt in verband met blz, 66 van de begroting of voor de Bakkersweg geen provisorische voorziening mogelijk is. De wethouder VAN ZADELHOFF Ddeelt mede dat dit een particuliere weg is. De heer HILHORST vraagt wat er met de pont zal gebeuren. Hij hoopt dat de heer van Zadelhoff hem zijn opmerkingen, die niet worden gemaakt om gemeentewerken te treffen, niet kwalijk zal nemen. Maar de toestand is wel heel erg. De vraag rijst of misschien een restantje bij de hoogovens is gekocht, dat net kon worden gebruikt om er een lier aan te zetten. De zaak zit 30 cm boven de grond en om ze te bedienen, moet je op je buik gaan liggen. Het is noodzakelijk de lier zodanig aan te brengen, dat zij voor een mankracht ook bruikbaar is. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het met die pont natuurlijk een nare geschiedenis is; hij is er nog niet helemaal uit. Er is gesproken over een pont in Bunschoten die goed zou zijn, en hier is een pont met veel minder draagvermogen aangeschaft. Het is wel wat doorkruist doordat B&W indertijd hebben gezegd, dat het een veel kleinere pont moest zijn dan de vroegere. Een pont met een draagvermogen van 2500 kg kan een paard een een wagen met hooi hebben, die resp. 1500 en 800 kg, wegen. Het is beter de zaak in de commissie te bespreken. Er speelt nog een andere zaak door heen. Misschien zal het achteraf blijmen niet zo gek te zijn geweest dat het gebeurd is, hoe betreurenswaardig het op zichzelf ook is, Het college heeft zich op het standpunt gesteld, dat er een overzetmogelijkheid moet zijn, maar aan de overkant is een ruilverkaveling geweest, waardoor men aan eer. verharde weg komt, zodat grote vrachten omgelegd kunnen worden, In een van de laatste vergaderingen heeft de heer Hom gezegd, dat een deel buiten de ruilverkaveling is gebleven. Hij heeft het anders bedoeld, maar B&W had den begrepen dat een aantal landbouwers niet aan de ruilverkaveling hadden -meegedaan, -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 87