1 8 april 1 962 verzocht een bijdrage te geven. Bovendien wordt hierdoor aan de raad de bevoegdheid ontnomen, de leerkrachten aan deze school te benoemen, want dit gaat geschieden op particuliere basis. Spreker zou hierover, indien mogelijk, gaarne worden ingelicht De wethouder DE HAAN vindt het niet juist te zeggen dat een leerkracht aan de school is onttrokken. Voor het hebben van leerkrachten moet een school in het voorafgaande jaar een bepaald aantal leerlingen hebben gehad. Wanneer het gemiddelde over dat jaar op de drie teldata beneden de limiet blijft, kan men van deze bepaling ontheffing vragen. Dat is gedaan. Maar de minister - niet de inspecteur - heeft beslist dat het aantal leer lingen te laag was en dat er een leerkracht moest verdwijnen, althans dat het rijk die niet meer zou betalen. De raad zou be voegd zijn geweest te verklaren dat de gemeente het zou betalen, maar dan zouden waarschijnlijk gedeputeerde staten bezwaar ma ken tegen de kosten. Het zou niet gemakkelijk worden toegestaan. Bovendien zouden dan alle schoolbesturen ter plaatse hetzelfde kunnen eis en Bij het college is toen een verzoek ingekomen of een leer kracht aan die school ervaring mocht opdoen. De inspecteur heeft dat in advies genomen en geaccepteerd. Het ging om een bevoegde leerkracht, die ervaring wilde opdoen om weer bij het onderwijs werkzaam te kunnen zijn. Over de betaling van deze kracht en de regeling daarvan heeft de inspecteur zich niet uitgelaten, en daar bemoeit ook het college zich niet mee. Dat is een zaak die men maar intern moet regelen. Door de ouders is toen een oplossing gezocht om de mid den in het schooljaar zo funeste splitsing en samenvoeging van klassen te voorkomen. Dat is gebeurd in het belang van het onder wijs. Als in maart, als het schooljaar al voor meer dan de helft is verstreken, een leerkracht wordt weggehaald en drie, soms vier klassen door elkaar worden gegooid, is dat voor het onder wijs buitengewoon funest. Men kan slechts toejuichen dat hiervoor een oplossing is gevonden, die de gemeente wat de financiën betreft niet behoeft te interesseren. Het komt het onderwijs ten goede. Het is gebeurd in overleg met het college en met de inspecteur. De gemeente staat buiten de betalingsregeling. Men heeft gewild dat deze leerkracht zich bezig houdt met de kinderen, en voor deze korte interimperiode is dat een uitstekende oplossing. Het zou anders zijn als men het duurzaam wilde doen; spreker gelooft niet dat de rijksinspectie dat zou goedkeuren. Intussen heeft het leer lingental zich zo ontwikkeld, dat waarschijnlijk een herhaald ver zoek aan de minister voor het nieuwe schooljaar welwillend zal worden ontvangen, zodat dus de zesde leerkracht op wettelijke basis kan terugkeren. Dan krijgt de raad ook weer een voorstel tot het aanstellen van deze leerkracht. De heer BROUWER begrijpt het betoog van de wethouder volkomen. Er blijkt echter duidelijk uit dat het college zich van de financiële regeling met de aangetrokken leerkracht afzijdig houdt. Het doet bijzonder vreemd aan dat de leerlingen van deze school een circulaire is meegegeven aan de ouders, waarin rustig werd gevraagd om een passende bijdrage om deze leerkracht te financieren. Dat gaat buiten het gemeentebestuur om, maar zal wethouder de Haan wel bekend zijn. Op zichzelf is de oplossing logisch, maar op een openbare school is zij niet juist, ook al is het maar voor een paar maanden - 124 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 126