1 6 mei 1 962 voorstelt, de politie in het geheel niet optreedt, want het gaat om een eigen weg De voorzitter heeft echter terecht gezegd, dat men van dit soort weggetjes af moet. De heer HILHORST: Maar het is vlak bij het station'. De wethouder VAN ZADELHOFF: Wie er lopen wil, kan er gebruik van blijven maken. De heer HILHORST merkt op dat de voorzitter ook het weggetje langs het postkantoor heeft genoemd. Dat is gedoemd te verdwijnen. En daar zal niemand zich tegen verzetten. Wanneer juist is de opvatting van de heer van Zadelhoff dat bij de onderhavige weg alleen maar "eigen weg" komt te staan dan behoeft men helemaal nergens over te praten. Laat men dan echter goed onthouden: het is niet een weg van de gemeente De wethouder VAN ZADELHOFF: Met het voorstel van burgemeester en wethouders voldoet men aan een verzoek van de eigenaar De heer HILHORST: De consequentie van het betoog van de heer van Zadelhoff is, dat slechts proces-verbaal kan worden opgemaakt, wanneer dit wordt gevraagd omdat bepaalde mensen op andermans grond lopen. De VOORZITTER: Dat zou kunnen gebeuren wanneer de spoorwegen er over klagen dat mensen onbevoegd over het ter rein van de spoorwegen lopen. Dan zou er verbaal moeten vol gen. Of de heer Kraayenhagen zou moeten klagen, dat mensen via terrein van de spoorwegen bij zijn terrein komen, terwijl ze daar niets te maken hebben. Hierop wordt, op verzoek van de heer Hilhorst, het voorstel in stemming gebracht. Het wordt aangenomen met 14 tegen 7 stemmen. Voor hebben gestemd de leden: van den Arend, Berkel- bach van der Sprenkel, K. de Haan, D. de Haan, Bouwman, mevrouw Polet-Mus IerDijkstra, Pieren, Elbertse, van Zadel hoff, Oranje, Versteijne, Grift en mevrouw Muurling-Voorthuis Tegen hebben gestemd de leden: van R.oomen, Hilhorst, Brouwer, mevrouw van Goor-Cleton, Hom, de Bruin en Klaren- beek 98. Voorstel tot vaststelling van een uitbreidingsplan voor het twee de gedeelte van de Soester Eng. De heer ELBERTSE heeft het zeer teleurgesteld dat dit uitbreidingsplan voor het tweede gedeelte van de Eng uitslui tend hoogbouw betreft, Daar het eerste gedeelte van de Eng eveneens uitsluitend hoogbouw betreft, had men toch mogen ver wachten dat er ook wat eengezinsbouw zou plaatsvinden. De vraag of in het onderhavige gebied ooit zal mogen worden ge bouwd is urgent. Om een uitspraak van gedeputeerde staten daar over niet te vertragen, wil spreker voorlopig met het onderha vige plan akkoord gaan. Blijkt het inderdaad mogelijk te zijn hier te bouwen, dan maakt hij alle voorbehoud ten aanzien van de wijze waarop het tweede gedeelte van de Eng zal worden bebouwd. Hij legt in dit verband de nadruk op het meer toepassen van wer kelijke hoogbouw - dus minder complexen met drie of vier woon lagen - en het daartegenover zoveel mogelijke eengezinswoning- bouw toepassen. Mevrouw POLET-Musler voelt veel voor de gedachten- gang van de heer Elbertse. Zij ondersteunt het voorstel omdat er inderdaad in deze een uitspraak moet komen. Zal men dan echter achteraf het plan als zodanig nog kunnen wijzigen? - 135 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 137