17 oktober 1962
Dat de zaak op het ogenblik nog niet af is, betreft uiteindelijk een
kwestie van afrekening. Bij de afrekening zal de aannemer moe
ten aantonen, dat er sprake is geweest van overmacht of iets der
gelijks Anders zal de in het bestek opgenomen boeteclausule moe
ten worden toegepast. Daarover kan spreker op het ogenblik ech
ter nog geenszins oordelen, want daaromtrent heeft het college nog
geen advies ontvangen van het ingenieursbureau. De directie van
dit werk ligt namelijk niet in handen van gemeentewerken, maar
van het ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey.
De heer DE BRUIN zegt dat de afrekening natuurlijk
een andere kwestie vormt dan het afmaken van het desbetreffende
proje ct
Hij had het overigens prettiger gevonden, indien ook
de aanvankelijke datum van het verstrijken van de opleveringster
mijn in het antwoord van burgemeester en wethouders was ver
meld. Nu dit niet is gedaan, vindt spreker het antwoord van burge
meester aan de heer Hom niet helemaal juist.
Het college schrijft zich alle rechten voor te behou
den. In verband daarmede vraagt spreker, welke maatregelen bur
gemeester en wethouders denken te nemen.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt het laatste nog
niet te kunnen zeggen. Wanneer de aannemer zich beroept op over
macht - bijv. omdat hij geen personeel kon krijgen - dan zou men
ten aanzien van de boeteclausule moeten procederen. Dan krijgt
men arbitrage Spreker kan dit op het ogenblik niet overzien. Een
en ander kan pas worden beoordeeld, wanneer de aannemer met
zijn afrekening komt.
De heer DE BRUIN weet niet of hij juist is geïnfor
meerd, maar volgens zijn informaties betreft het hier geen kwes
tie van personeels- of materiaalgebrek, doch waren er geheel an
dere dingen in het spel. Op grond daarvan zouden burgemeester en
wethouders reeds een zeer behoorlijk uitstel hebben gegeven. De
aanvankelijke opleveringsdatum lag aanmerkelijk vóór 20 augustus
De heer HILHORST: Wat zijn dat voor inlichtingen die
u heeft ontvangen?
De heer DE BRUIN: Ik. meen dat ik altijd alleen maar
via de voorzitter kan spreken
De heer HILHORST: Het is niet leuk, wanneer men
hier met insinuaties komt
De wethouder YAN ZADELHOFF merkt op dat de heer
de Bruin naar aanleiding van vragen van de heer Hom eigenlijk op
nieuw vragen stelt. Spreker heeft er geen enkel bezwaar tegen in
een volgende raadsvergadering precies te vertellen, hoe de zaken
liggen, want er is hier niets geheimzinnigs aan de hand.
De heer HILHORST: Tenzij de heer de Bruin beter
georiënteerd is Dan hoop ik dat hij dit ook openlijk zegt en niet
- zoals op het ogenblik - in bedekte termen.
De heer DE BRUIN: Dat zullen wij dan de volgende
keer wel uitvissen.
De stukken worden aangenomen voor kennisgeving,
d. Schrijven d.d. 27 augustus 1962 van gedeputeerde staten inzake
vaststelling van het streekplan Utrechtse Heuvelrug, met voor
stel dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
De heer ELBERTSE vraagt of het mogelijk is dit
schrijven na de raadsvergadering ter inzage te leggen met de stuk
ken die daarvóór zijn verschenen, opdat de raadsleden deze gehele
materie alsnog nader kunnen bekijken.
De VOORZITTER zegt dat dit zeker mogelijk is
- 206 -