1 7 januari 1 962
de gemeente moet uitspreken hetgeen zij ten aanzien van de Talmalaan
wil. Besluit de raad tot afsluiting van de Talmalaan, dan zijn de spoor
wegen wat de gemeente betreft klaar. Er zit nog wel ergens een moei
lijk punt voor de spoorwegen, maar dat ligt op een geheel ander ter
rein, namelijk in het civielrechtelijke vlak. Daar heeft de gemeente
betrekkelijk weinig mee te maken. Wanneer de gemeente niet besluit
tot sluiting van de overgang in de Talmalaan, vragen de spoorwegen:
Wat gaat er gebeuren? De heer Dijkstra heeft wel gezegd, dat men de
bomen bij de Talmalaan in de huidige vorm kan handhaven, maar dat
doen de spoorwegen niet. Het is: elektrisch beveiligen of niets. De
spoorwegen willen niet nog eens een keer spoorbomen met handbedie
ning bij overigens elektrische beveiliging.
De heer DIJKSTRA: Zo mogen wij het niet stellen.
De heer DE BRUIN: En de onbewaakte overwegen; die komen
toch ook niet in de elektrische beveiliging?
De VOORZITTER zegt dat men onbewaakte overwegen toch
alleen kan toelaten op die punten, waar niet veel verkeer is Men zou
ook kunnen zeggen: Laat de zaak onbeveiligd. De heer Hilhorst heeft
erop gewezen dat vroeger alle spoorover gangen beveiligd war enToen
zijn de beveiligingen opgeheven en kreeg men onbewaakte overwegen.
Het is echter de gemeente Soest geweest, die de beveiliging bij de
Talmalaan k raison van 37. 000, --al eens betaald heeft
De heer HILHORST zegt dat men hier nog veel over kan spre
ken. Hij gelooft echter dat de voorzitter wat ver gaat met te stellen:
125.000,-- of "de tent sluiten". De raad blijkt daarentegen alge
meen van gevoelen te zijn, dat eerst serieuze onderhandelingen met
de spoorwegen moeten plaatsvinden over de vraag, of zij zich niet
moreel verantwoordelijk moeten voelen om een groot deel van de
kosten bij te dragen. Spreker heeft er reeds op gewezen dat door het
opheffen van een aantal overwegen in het onderhavige traject, de
spoorwegen een belangrijk voordeel krijgen. Wanneer het voorstel
wordt aangehouden, zou spreker deze aanhouding willen zien als een
opdracht van de raad aan het college om opnieuw te onderhandelen
met de spoorwegen, met op de achtergrond de wens dat de Talmalaan
openblijft
De VOORZITTER heeft er, gezien de gemaakte opmerkingen
en gezien het feit dat de raadsleden zich inderdaad betrekkelijk weinig
hebben kunnen oriënteren via stukken, geen bezwaar tegen dit voorstel
aan te houden en een volgende keer met een uitvoerige motivering bij
de raad te komen. Het college zal dan de opdracht van de heer Hilhorst
- waar spreker overigens niet veel heil in ziet - uitvoeren.
Mevrouw POLET-MuslerU herinnert zich misschien, dat ik
daarmede in eerste instantie mijn betoog besloten heb'.
De heer GRIFT vraagt zich af of het niet mogelijk is de sug
gestie van de heer Dijkstra te volgen en de raad te laten voorlichten
door iemand van de spoorwegen. Dan zijn alle raadsleden voldoende
ingelicht
De VOORZITTER stelt voor deze voorlichtingsavond dan te
combineren met de volgende gewone raadsvergadering. In de bijeen
komst van de laatste dinsdag van deze maand zou hij namelijk een
ander onderwerp willen behandelen.
De heer HILHORST zegt weinig te voelen voor een combinatie
van de voorlichtingsavond met een gewone raadsvergadering.
De VOORZITTER zegt dan (wanneer diverse andere raads
leden het gevoelen van de heer Hilhorst blijken te delen) dat de voor
lichtingsavond zal plaatsvinden op een dag vóór de in februari te hou
den raadsvergadering.
Hierop wordt het voorstel aangehouden.
13. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72
- 19 -