21 november 1962
De wethouder DE HAAN zegt met enig voorbehoud in
antwoord aan mevrouw Polet, dat de stichtingsakte van de stich
ting tot beheer van het bejaardentehuis het beheer van een tehuis
als dit niet toelaat. Zij zou daarvoor vrij ingrijpend moeten wor
den gewijzigd. De Malva Hoeve is geen oudeliedenhuismaar
een verpleeghuis; een aanmerkelijk gedeelte van het overigens
kleine aantal inwoners is er beneden de leeftijd van de bejaarden
en het karakter van het huis is anders dan van een pensiontehuis
tot huisvesting van bejaarden, zoals het zeer nadrukkelijk in de
stichtingsakte staat. Bij een verdere uitbouw van deze zeer een
voudig gehouden stichting zal echter met de suggestie van mevrouw
Polet rekening worden gehouden.
De heer Hilhorst heeft gevraagd of bij de opzet er re
kening mee is gehouden, dat de exploitatie van karakter verandert.
Inderdaad is dat gebeurd. Het college is op de hoogte gesteld van
de exploitatiekosten van dit moment, maar heeft daarnaast geïn
formeerd naar de exploitatiekosten van tehuizen in de stichtings-
of halfambtelijke sfeer. De begroting is, vooral wat betreft het
belangrijke punt van de voedingskosten, niet gebaseerd op de kos
ten van dit moment in dit tehuis, maar op de kosten elders van
recente datum, en daar is men wat boven gebleven. Bepaalde
vaste lasten zullen weinig veranderen, en bij de kosten van het
beheer van de benodigde materialen als linnen- en beddegoed is
rekening gehouden met een wat hogere vervangingsfactor dan in
dit tehuis gebruikelijk was Daarover is overleg gepleegd met de
vaste kracht die de provincie in dienst heeft om toe te zien op de
naleving van de provinciale verordening op de verpleeg- en be
jaardentehuizen. Deze kon zeer wel akkoord gaan met de opzet
en meende dat zij ruim genoeg was om een goede gang van zaken
te verzekeren
De heer HILHORST vraagt of het meer voorkomt in de
provincie Utrecht, dat dergelijke tehuizen door een gemeente wor
den beheerd.
De wethouder DE HAAN zegt dat dat in de stad Utrecht
het geval is met dit verschil, dat in een grote stad de ambtelijke
dingen ambtelijker gebeuren dan in een kleine plaats
De heer HILHORST kan zich voorstellen dat het in een
grote stad noodzakelijk kan zijn het op deze wijze te doen. Hij be
grijpt echter dat de algemene regel is, dat het door particulieren
wordt gedaan
De wethouder DE H/AN zegt dat het meestal door een
stichting wordt gedaan. Hij noemt dat half-ambtelijk, want ook
daarbij moet het werk worden overgelaten aan betaalde krachten.
De heer HILHORST vindt het nog steeds geen oplossing
om over naar huis te schrijven.
De heer ELBERTSE vraagt of dus de provinciale com
missie van toezicht ermee akkoord gaat, dat bij de aanwezige ac
commodatie het aantal patiê'nten wordt teruggebracht tot 23. Heeft
dat geen financiële consequenties? Kan men eruit concluderen dat
het niet de bedoeling is te gaan verbouwen of uitbreiden, zodat het
hele effect zou worden vergroot?
Spreker neemt aan dat het de bedoeling is het verzor
gingshuis m de huidige vorm te blijven exploiteren en er geen ver
zorgingshuis van te maken voor de eigen en omliggende gemeenten,
maar het klein te houden en zo, dat het aan de behoefte van de
eigen gemeente kan beantwoorden
De wethouder DE HA.AN zegt dat er wel contact is ge
weest met de vaste kracht, maar dat met de provinciale commis-
- 254 -