26 januari 1962,
tussen rijk en gemeenten, de zogenaamde financiële-verhoudings -
wet 1960, is nog een open vraag. Zo op het oog lijkt er enige ver
betering in te zitten. Er zijn meer objectieve regelen gekomen.
De tijd dat de brutaalste gemeenten het meest kregen en dat zich
in feite niemand bezorgd maakte of een begroting al dan niet slui
tend was lijkt voorbij. Of de gemeente Soest er in de toekomst
met deze nieuwe regeling zal komen, valt te betwijfelen, Het is
zeker niet prettig als een gemeente, welke haar inkomstenhef
fingen uit eigen hoofde tot een redelijk peil heeft opgevoerd, nog
eens extra de hand op moet houden ter verkrijging van een aan
vullende bijdrage uit het gemeentefonds wanneer de algemene
middelen tekort schieten in de voorziening van de allernoodzake
lijkste behoeften.
Een andere zaak die de protestants-christelijke fractie
met zorg vervult, is de toenemende onverschilligheid van de jeugd
met betrekking tot hun toekomstig staatsburgerschap. Bij vrijwel
alle politieke partijen beweegt de belangstelling der jongeren zich
in dalende lijn. Het is dan ook betreurenswaardig dat de zoge
naamde burgerbijeenkomst van jongelui die de kiesgerechtigde
leeftijd bereiken, slechts door 10 15% van de uitgenodigde 23-
jarigen wordt bezocht. Het gevolg is dan ook dat deze bijeenkom
sten van gemeentewege niet meer worden belegd en dat men de 23-ja-
rigen op hun verjaardag het boekje Burgerschap en Burgerzin per
post toezendt. Wat is tegen deze ongeïnteresseerdheid te doen? Spre
ker wil geen kritiek oefenen op de plaatselijke overheid. Dezer
zijds is goede wil betoond. Toch meent hij dat op de ingeslagen weg
moet worden voortgegaan. Men vraagt van de overheid een goede
welvaartspolitiek en de bevordering van burgerzin. Gaarne zou hij
van het college eens voorstellen tegemoetzien om te komen tot een
verlevendiging van de belangstelling bij de jongere generatie voor
de plaats die de overheid in het gemeenschapsleven inneemt. Dit
dient de belangstelling te krijgen die het waard is Spreker denkt
hierbij aan het houden van praatavonden. Verder aan het bevorderen
van het bijwonen der raadsvergaderingen. Van uitnemend belang is
ook het zo goed mogelijk informeren van de pers Niet zonder meer
het verstrekken van ambtelijke mededelingen aan de pers, maar
ook het bij tijd en wijle toestaan van een persconferentie, waarbij aan
burgemeester en wethouders vragen kunnen worden gesteld. Het weer
geven van een vraaggesprek in de dag- en weekbladen zal ongetwijfeld
de belangstelling bij ouderen en jongeren voor alles wat "des over-
heids" is, in belangrijke mate verhogen.
De totstandkoming van nieuwe woningen blijft een onderwerp
van aanhoudende zorg, al mag hier niet verzwegen worden dat met
de bouw van 198 woningwetwoningen op de Eng tussen Dalweg en Mo
lenstraat en de vooruitzichten tot meerdere bouw op dit terrein, als
mede met het plan Colenso en het plan "achter Dammers", een be
langrijk resultaat in de richting van de oplossing van het woningvraag
stuk voor de allernoodzakelijkste gevallen zal worden verkregen. Het
blijft evenwel te betreuren dat, ondanks toezegging van het college,
de plaatselijke aannemers, ook in gecombineerd verband, onvoldoende
of in het geheel niet worden ingeschakeld bij de nieuwbouw.
Gaarne zou spreker van het college willen vernemen welke
visie het heeft aangaande de voortschrijdende industrialisatie van
deze gemeente en het daarmede samenhangende scheppen van facili
teiten voor de industrie met name bouwrijpe gronden, toegangswegen
enz. De protestants-christelijke fractie onderschrijft het voorzich
tige beleid dat hier gevoerd wordt. Afgezien van het feit dat Soest bij
uitstek een recreatiegemeente is en dat het een blijk van helder in
zicht van het gemeentebestuur is, dat hier wat lichte industrieën zich
- 27 -