1 6 oktober 1963. men te verwijderen die het uitzicht belemmeren voor het uit zijstraten van de rijksweg komende verkeer. Spreker denkt hierbij met name aan de Korte Melm- weg, de Raadhuisstraat, de Middelwijkstraat, de Kruisweg, het Kerkplein en Eikenlaan De VOORZITTER zegt op de vraag van de heer van den Berg uiter aard een antwoord schuldig te moeten blijven. Hij weet niet of voor mevrouw Muurling het antwoord van burge meester en wethouders wel zo bevredigend is als zij meent. Het antwoord op vraag 3 luidt namelijk: "Naar onze mening komt de verkeersveiligheid niet door een slechte verlichting in het algemeen in gevaar." Slechte verlichting brengt echter wel andere dingen in gevaar: de openbare zedelijkheid, de orde e.d. Althans voor een automobilist - en dikwijls ook voor een fietser - kan openbare verlichting wel eens hinderlijk zijn. Openba re verlichting geeft namelijk een lichtplek op de weg, die het verdere zicht af schermt. Hierop zijn echter uitzonderingen. In ieder geval bij het punt waar de van Weerden Poelmanweg op de Amersfoortsestraat uitkomt, zal openbare ver lichting de verkeersveiligheid bevorderen. Over dit punt moet met rijkswater staat overleg worden gepleegd. Ondanks het bovenaangehaalde standpunt, heeft het college de po litie verzocht na te gaan, of er punten zijn waar de verkeersveiligheid door slechte verlichting in gevaar komt. Nadat de politie hieromtrent heeft gerappor teerd, kan deze zaak nader worden bekeken. Mevrouw POLET-Musler wil naar aanleiding van de min of meer geprikkelde opmerking van de heer van den Berg iets zeggen. De heer van den Berg vraagt zich af, of voor de P v. d. A -fractie politieke achtergronden een rol hebben gespeeld bij het stellen van de onderhavige vragen. Spreekster gelooft dat de heer van den Berg het woord "politiek" verkeerd heeft gebruikt. Hij zal wel hebben bedoeld: partijpolitieke achtergronden. Spreekster kan in vragen inzake de verkeersveiligheid echt geen propaganda voor een bepaalde politieke partij zien. Blijkens de reacties uit de raad leeft het vraagstuk van de verkeersonveiligheid in alle fracties Uitgaande van de wezenlijke betekenis van het woord politiek - het trachten om binnen de gegeven mogelijkheden het grootst mogelijke resul taat te bereiken - gelooft spreekster dat het stellen van deze vragen eigenlijk wel politiek is. Na het afschaffen van de rondvraag biedt het stellen van schriftelijke vragen de enige mogelijkheid om als raadslid een bepaald onderwerp aan de orde te stellen. De VOORZITTER zegt als antwoord aan de heer van Poppelen dat het gemeentebestuur de laatste jaren herhaaldelijk overleg met rijkswaterstaat heeft gepleegd over het verwijderen van bomen Hier en daar heeft dat overleg tot resultaat geleid. Bij dit overleg is echter gebleken dat ten aanzien van deze materie rijkswaterstaat op vele punten een andere mening heeft dan het gemeen tebestuur Rijkswaterstaat is in het al gemeen weinig genegen bomen te verwijde ren Spreker meent dat rijkswaterstaat een plan heeft opgesteld tot het verwijderen van meer bomen. De inhoud van dat plan is het college niet bekend. Burgemeester en wethouders kunnen rjkswaterstaat eens vragen, welke bomen hij voornemens is te verwijderen» Het antwoord zal dan bij de stukken voor de raad ter inzage worden gelegd. De heer VAN DEN BERG zegt naar aanleiding van het betoog van mevrouw Po let, dat hij het op prijs zou hebben gesteld, indien de vragen meer concreet waren gesteld, zodat men daarvan geen onjuiste indruk had kunnen krij gen Mevrouw POLET-Musler: Dat ontgaat mij'. De stukken worden aangenomen voor kennisgeving. - 147 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 148