963
30 januari 1963
aan alleen hem eigen wijze, spreker persoonlijk verweet, dat deze vraag uit diens
mond niet verwacht mocht worden, omdat spreker in de jaren van zijn wethou-
moe- derschap tekort geschoten zou zijn een tijdige aankoop van grond te bevorde-
en in- ren. De heer Hilhorst heeft dat twee jaar geleden in deze vergadering ook
-aat reeds gedaan en zoéven weer, in overduidelijke bewoordingen. Spreker is daar
heu~ twee jaar geleden niet op ingegaan; hij heeft dat ook in de afdelingsvergadering
on(j niet gedaan en hij zal het ook nu niet doen, daarbij aannemende dat de goede
ien verstaander in deze geen enkel woord nodig heeft.
reUg_ De nadere toelichting omtrent dat cijfer zes, welke toelichting de
V V D -fractie gewenst voorkwam, is in de memorie van antwoord te vinden.
,n Uit deze toelichting is duidelijk geworden, dat de opgegeven zes woningen ten
i,an_ rechte dertig moesten zijn en verder spiegelt het college de raad voor dat in de
laar- loop van 1963 nog 174 woningen gereed zullen komen. Dan noemt het college nog
:n is 42 en 16 woningen, dus een totaal van 232. Sprekers fractie mist echter de me-
or dedeling, hoeveel woningen Soest uit de contingentering tot ultimo 1962 zijn toe-
ag(- gewezen en of genoemde 232 woningen al dan niet gebouwd zullen worden met in-
3ete- begrip van het te verwachten contingent voor 1963. Met andere woorden: het is
aad nog niet duidelijk of en zo ja, in hoeverre Soest achterstallig is op het reeds
toegewezen contingent. Bij een zo gewichtig openbaar belang als de woningnood
ke mag dit gegeven wel uit de verstrekte cijfers naar voren komen. Uit dat cijfer
Wat kan bovendien op de meest simpele wijze blijken, of met voldoende voortvarend-
n_ heid is gewerkt of niet. Toegewezen tot en met 1962 zijn zoveel woningen, ge
bouwd zijn zoveel woningen, verschil zoveel. Eenvoudiger kan het niet en dui
ver- 1 delijker kan het niet.
In sprekers betoog mag enige nadruk zijn gevallen op hetgeen bij
van alle activiteiten van het college, voor de V VD -fractie ongedaan is gebleven.
col- Deze fractie hoopt dat het college daaruit niet de conclusie zal trekken, dat het
(jan haar aan waardering ontbreekt voor hetgeen wel is gedaan. Wat dat betreft,
ar_ sluit de VVD-fractie zich van harte aan bij hetgeen door de andere fracties
be- 1 is gezeêd-
voe_ Hetzelfde geldt voor hetgeen is opgemerkt inzake het sneeuwrui-
e_ i men en het in dat verband gedane voorstel.
ej_ De VOORZITTER merkt op dat men uit het antwoord van het col-
^11j lege op het afdelingsverslag heeft kunnen opmaken, dat het de bedoeling is de
)en volgende begroting vóór de kerstvakantie te doen behandelen. Dit is ook enkele
en jaren gelukt. De laatste jaren is het helaas niet gelukt, tengevolge van een
r overstelping van enige ambtenaren met werkzaamheden. Het college zal zoda-
acj nige maatregelen treffen, dat de begrotingscijfers hem vroeg bereiken, zodat
rolle- burgemeester en wethouders voldoende tijd hebben de begroting voor te berei
den en de raad voor te leggen. Daarbij zal wellicht ook een grotere tijdsruim-
in„ te kunnen worden verkregen tussen het verschijnen van het antwoord van het
I college op het afdelingsverslag en de openbare begrotingsbehandeling. Het doet
L^s spreker overigens genoegen dat de raad begrip heeft getoond voor de moeilijk
heden die er waren om de begroting eerder klaar te krijgen. Soest is een ge
meente die hard groeit. Dat uit zich niet alleen in het aantal inwoners, maar
ook met betrekking tot allerlei andere zaken. Dat vindt weer zijn weerslag in
het werk van de ambtenaren. Men laat dan bepaalde haastzaken in het belang
van de gemeente voorgaan, waardoor even blijven liggen werkzaamheden waar-
er_ bij niet het onmiddellijk belang der gemeente is betrokken, zoals het compu
teren van de voor de samenstelling van de begroting benodigde cijfers
Z1j Het college heeft de begroting slechts met zeer veel moeite slui-
tend gekregen. Er is nu eenmaal een bepaalde wettelijke regeling voor de fi-
I1m nanciële verhouding tussen het rijk en de gemeenten. Een gemeente als Soest
I zit daarbij wel aan de slechte kant. Soest heeft dit gemeen met alle snel groei-
ende gemeenten. De financiële verhouding is voor een gedeelte gebaseerd op
bepaalde cijfers en aantallen. Een gemeente die groeit, werkt altijd met ver-
over ouderde cijfers en aantallen, want de groei gaat door.
de
- 13 -
