20 november 1963. Spreker kan zich voorstellen, dat de raad deze situatie in de prak tijk, ook duidelijk in de verordening wil vastleggen. Daarvoor zou men dan de volgende redactie kunnen nemen. "Ingeval een vuilnisemmer ten gevolge van het zoek raken, onbruik baar maken of ernstige beschadiging moet worden vervangen binnen de daarvoor gestelde termijn, zal de gebruiker van het perceel of per ceels gedeelteten be hoeve waarvan zij beschikbaar wordt gesteld, een vergoeding verschuldigd zijn, berekend naar de aanschaffingskosten van de nieuwe emmer en het tijdvak der vroegtijdige vervanging." Dan zijn beide elementen (de kosten van de nieuwe emmer en het tijdvak dat de oude emmer is gebruikt) in de verordening verwerkt. De heer BROUWER vraagt of geen eenvoudiger oplossing kan worden verkregen door in artikel 12, lid 3, "tegen betaling van de kostende prijs" te vervangen door: tegen betaling van de huidige kostprijs. De wethouder VAN ZADELHOFF: Dat zou betekenen, dat men na vijf jaar gebruik van de oude emmer de totale kostprijs van de nieuwe emmer moet betalen De VOORZITTER: En het is de bedoeling, dat men dan slechts de helft van de prijs van de nieuwe emmer betaalt. De wethouder VAN DEN AREND merkt op dat over het schrappen van lid a van artikel 13 beide commissies van bijstandhet eens zijn. De VOORZITTER: Ja, maar ik niet'. De wethouder VAN DEN AREND zegt naar aanleiding van het voorstel van de commissie openbare werken om de mogelijkheid te scheppen de aanslagen in twee termijnen te betalen, dat het incasseren in één termijn van de bedragen van 10,-- en 15,-- in de praktijk nummer moeilijkheden heeft opgeleverd. Met de financiële commissie is hij van oordeel, dat het in één keer betalen van de aanslag ook bij een verhoging van de bedragen tot resp. 12,-- en 18, in de praktijk geen moeilijkheden zal geven. Bovendien dient men zich te reali seren dat het betalen in twee termijnen een belangrijke uitbreiding van de ad ministratie zal geven. Dit zou op het ogenblik voor het ontvangerskantoor moei lijk te verwerken zijn. Wat betreft punt b van het advies van de commissie openbare werken (de vervanging van een emmer), gelooft spreker dat de door de voorzitter gefor muleerde redactie van artikel 12, lid 3, wel aanvaard-baar is. Er is door de commissie echter gesproken van "vervanging op boekwaarde". Dat is natuurlijk erg moeilijk, omdat de emmers voor het publiek in tien jaar worden afgeschre ven, terwijl voor de administratie van gemeentewerken de afschrijvingstermijn op vijf jaar is gesteld. De op het ogenblik geldende regeling heeft in de praktijk overigens nooit moeilijkheden opgeleverd. Integendeel. Iedereen die zijn emmer heeft kapot gemaakt en een nieuwe aanvraagt, is van mening dat hij de volle prijs van 7,50 moet betalen. Het valt dan mee, wanneer blijkt dat men minder in rekening gebracht krijgt in verband met de periode dat de oude emmer is ge bruikt. De redactie zou dus ook ongewijzigd kunnen blijven. Misschien is echter de door de voorzitter aangegeven redactie juister. De VOORZITTER wil de zaak even recapituleren. In de eerste plaats is er de kwestie van betaling van de aanslag in termijnen. Natuurlijk kan men de mogelijkheid daartoe in de verordening opnemen. Tot nu toe is daaraan echter geen algemene behoefte gebleken. Natuurlijk zullen er wel gevallen zijn, waarin deze behoefte wel bestaat. Dan kan men echter altijd de ontvanger verzoeken de aanslag in termijnen te mogen voldoen. Dan wordt daaraan ook tegemoetgekomen. Mevrouw POLET-MuslerMaar dan wordt het een gunst. Daar voel ik niets voor De wethouder VAN ZADELHOFF zegt daar evenmin iets voor te voelen. Dan moet men inderdaad een gunst vragen. Ook de belasting die voor het ontvangerskantoor zou ontstaan, kan hij niet inzien. Men gireert deze aanslagen of men voldoet ze aan het loket. - 168 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 169