20 november 1963.
heeft gewend, om zich te laten voorlichten over de afmetingen van de pont over
de Eem. Spreker acht het ontzettend spijtig dat het college dat niet in november
1959 heeft gedaan; hij neemt aan dat gedeputeerde staten ook toentertijd de des
betreffende gegevens hadden kunnen verschaffen.
Al met al vindt hij dat in dezen sprake is van een vrij droevige ge
schiedenis. Het is jammer dat deze nog een vervolg heeft. Al geruime tijd na
melijk gaat enige keren per week de kolkenzuiger van de gemeentewerf naar de
Eem om de pont. leeg te zuigen. Spreker heeft de kosten hiervan niet berekend,
doch vermoedt dat zij in de loop der jaren enkele duizenden guldens belopen.
Daarbij komt nog dat, zolang de kolkenzuiger wordt gebruikt voor
de pont, men deze niet kan gebruiken voor het ledigen van de beerputten in de
gemeente. Ook in dit opzicht is dus sprake van winstderving.
Spreker heeft gezegd met het onderhavige voorstel mee te gaan,
omdat hij zulks nodig acht; over het beleid ten aanzien van deze zaak zou hij
zich liever niet uitlaten'.
Mevrouw MUURLING-Voorthuis heeft begrepen dat gedeputeerde
staten erop gesteld zijn, dat de pont over de Eem wordt gehandhaafd, ook al
zou aldaar een ruilverkaveling plaatsvinden. Mag daaruit worden opgemaakt,
dat wordt vooropgesteld dat verkeer mogelijk moet blijven tussen de beide oevers
ook voor de burgers? Tot nu toe was het burgers - d.w.z. onbevoegden - ver
boden van de pont gebruik te maken. Als dit in de toekomst zou veranderen
(spreekster zou dit toejuichen, gezien de in die omgeving aanwezige recreatie
mogelijkheden), wie zal dan de pont bedienen en de eventuele gegadigden over
zetten
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het geen enkele zin heeft
er omheen te draaien, dat ten aanzien van deze pont sprake is van een nare ge
schiedenis De oorzaak hiervan moet worden gezocht in de aanschaf van de te
klem gebleken pont.
Men heeft met de betrokken landbouwers indertijd in Baarn een pont
bekeken en die werd groot genoeg geacht. De pont die vervolgens in Soest kwam
was iets kleiner dan de pont die men had bekeken. Ondertussen zijn bovendien
de aan de pont aan de Grote Melm te stellen eisen hoger geworden. Vroeger
werd daarvan gebruik gemaakt voor een hooiwagen met een paard ervoor. Toen
de narigheid bleek dat de "oude nieuwe pont" te klein was, heeft men gezegd; Van
daag gaat men erover met een voertuig van 5500 kg. doch over een paar jaar wel
licht met een wagen van tien ton. Mede daarom heeft men gedeputeerde staten ge
vraagd, welke eisen zij stellen. Het zij toegegeven, dat het raadzamer was ge
weest dat direct in 1959 te doen. Niemand is evenwel op dat idee gekomen.
Thans zijn dus de eisen bekend die aan de nieuwe pont moeten worden
gesteld. De onderhavige aanbieding voldoet aan die eisen.
Als antwoord aan mevrouw Muurling zegt spreker, dat de overkant
van de Eem vroeger openbaar terrein was. Indertijd heeft men in de gemeente
Hoogland echter bij een wijziging van de wegenlegger verzuimd dit als openbare
weg aan te duiden. Daardoor heeft men thans niet meer het recht langs de over
kant van de Eem te wandelen. Het is zuiver particulier terrein.
Mevrouw MUURLING-Voorthuis vraagt waarom gedeputeerde staten
dan stellen, dat ook wanneer de landbouwers een ruilverkaveling aangaan - waar
bij de Soester agrariërs al hun grond aan deze kant van de Eem zouden krijgen -
toch de pont aangehouden moet worden. Wat voor zin zou de pont dan nog hebben?
De pont heeft dan geen agrarische betekenis meer. Zij kan dan alleen betekenis
hebben voor het overzetten van burgers
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de eigenaar van de grond,
waar de pont aankomt, al eens heeft willen beletten, dat andere agrariërs over
zijn grond gaan. Daardoor zouden die andere agrariërs niets meer aan de pont
hebben. Een van de raadsleden heeft toen tot de betrokkenen gezegd: Denk eraan,
wanneer jullie dat spelletje spelen, kan het wel eens zijn, dat de gemeente Soest
in het geheel niet meer aan een pont denkt. Het gevolg is geweest, dat men
- 182 -