18 december 1963.
De straatverlichting is uiteraard een vrij moeilijk punt; het college is
steeds doende wat meer licht te verschaffen en komt misschien straks nog wel
op dit punt terug.
Met hetgeen de heer Berkelbach op cultureel gebied heeft gezegd, is
spreker het geheel eens. Hij ziet voor Soest betrekkelijk weinig perspectief.
De laatste tijd zijn in verschillende plaatsen nieuwe schouwburgen gebouwd.
Men vraagt zich wel eens af of er langzamerhand niet een zekere oververzadi
ging optreedt. Misschien lijkt dit een beetje negatief, maar zo is het niet be
doeld. Voor men een publiek heeft dat voldoende minded is om regelmatig
schouwburg of concert te bezoeken, gaat er een lange tijd overheen. Het bou
wen van een schouwburg in Soest zou spreker niet aandurven, gezien dat een
gemeente als Amersfoort nog steeds niet over een schouwburg beschikt. Het
bouwen van een schouwburg in Amersfoort op gemeenschappelijke basis met een
paar omliggende gemeenten, acht spreker reëler dan dat Amersfoort met moeite
en pijn een schouwburg zou bouwen en Soest zou proberen er ook nog eens een te
krijgen. Dit zou voor beide gemeenten een groot blok aan het been betekenen.
Naar aanleiding van het verzoek van de heer Berkelbach, meer tijd te
geven voor het bestuderen van het antwoord op het afdelingsverslag, zegt spre
ker dat het college zal proberen in 1964 nog iets vroeger te zijn.
Mevrouw Polet heeft het college een zeker verwijt gemaakt en enkele
bezwaren van de heer Oranje sluiten daar misschien enigszins bij aan. Zij heeft
gevraagd of het college over het afgekeurde gymnastieklokaal, de scheuren op de
Eng en de reorganisatie van de politie niet vlugger zich met een nota tot de raad
had kunnen wenden. Er is hier allerminst sprake van een pogen om de raad zo
veel mogelijk buiten de zaken te houden; het heeft zo in de loop der dingen geze
ten. Er is geen enkele opzet geweest om te trachten deze dingen buiten de raad
te houden en men zal dan ook geen enkel argument kunnen aanvoeren dat dit wel
zo zou zijn.
Met betrekking tot het brengen van water inde onrendabele gebieden,
is het grote probleem dat de bijdragen van de mensen zelf aan de hoge kant zijn.
Wij willen, zegt spreker, er zelf nog eens achterheen gaan om er de mensen op
te wijzen dat dit de enige mogelijkheid is om op deze manier water te krijgen.
Maar het kost de mensen te veel. De moeilijkheid is dat men behalve een bepaald
bedrag eveneens de kosten van aanleg van de dienstleiding op eigen terrein ver
schuldigd is. In sommige gevallen moet de gemeente misschien uit sociale over
wegingen een bijdrage leveren, maar spreker weet niet of dit wel geoorloofd is.
De fluoricfe ring van het drinkwater is een moeilijk punt. In het voor
jaar heeft de gemeente Zeist de verschillende gemeenten in de omgeving, tot en
met Hilversum, bijeengetrommeld, en onder leiding van de gemeente Utrecht is
toen over het fluorideringsvraagstuk gepraat. Verder dan die ene vergadering
is het niet gekomen. Naar spreker heeft begrepen, bestaan er in verschillende
gemeenten uit bepaalde overwegingen bezwaren tegen fluoridering, zoals op die
vergadering ook wel uit de bus is gekomen. Er is toen op aangedrongen dat prof.
Winkler met tegenstanders van fluoridering de verschillende raadsleden zouden
voorlichten. Na de vergadering in Utrecht acht spreker langzamerhand wel het
tijdstip gekomen om in de raad een duidelijke uitspraak te doen. Wel zal nog over
leg met de waterleidingmaatschappij moeten plaatshebben, want fluoridering kost
uiteraard wat geld.
Naar het oordeel van de heer Oranje zou de raad door het college on
voldoende worden voorgelicht. Spreker gelooft dat er in deze een misverstand
is Wanneer de zaken in een uitgebreide commissievergadering grondig worden
besproken, blijft er weinig meer over om in de raadsvergadering over te praten.
Maar spreker ziet geen andere oplossing. Wanneer men de zaken niet in de
commissies behandelt, wordt het een eindeloos gepraat in de raad. In de com
missie die spreker voorzit en waarvan het meeste in de raad komt, is het zo dat
al hetgeen door de raadsleden in de commissievergadering wordt gevraagd en op
gemerkt, zo goed mogelijk wordt behandeld; en dingen die nog niet in de raad
- 215 -