18 december 1963. Over de thuis zittende bejaarden is overleg gaande met enige vereni gingen, die op dit terrein reeds werkzaam zijn, maar zich intensiever gaan be wegen. Het college hoopt binnen heel afzienbare tijd hierop nog eens nader te rug te komen, in ieder geval in de commissie van sociale zaken. Mocht er aan leiding zijn om in die richting aan een bijdrage uit de overheidskas te gaan denken, dan zal de aangelegenheid ook aan de raad worden voorgelegd. In verband met de Bijstandswet, welke op 1 januari 1965 in wer king zal treden, heeft de Instelling van maatschappelijk hulpbetoon zich be zig gehouden met de vraag, of het zin had reeds in 1964 te werken in de rich ting, waarin deze wet zich beweegt. Tot nu toe werd bij het verlenen van on derstand uitgegaan van vrij nauwkeurige maar niettemin subjectieve bereke ningen van levensmiddelenpakketten en mogelijkheden van levensonderhoud. Toch kwamen er dikwijls bij de onderscheidene ondersteunde partijen moei lijkheden voor. Dan moest door allerlei suppleties op het gebied van kleding en anderszins worden getracht de allergrootste nood bij te trekken. In over leg met gemeenten in de omgeving en steunende op een zeer belangrijk rap port uit Leeuwarden, heeft het bestuur besloten om voor 1964 de normen an ders te berekenen. Men gaat daarbij te werk aan de hand van de Interimwet minder validen, welke nu werkt en die uitgaat van vaste normen. Die normen steunen op bepaalde ervaringscijfers. Uitgaande van die normen worden plaat selijke normen vastgesteld, waarbij de huur, die zeer varieert, buiten be schouwing wordt gelaten. Later wordt de huur weer toegevoegd. De veronderstelling is gewettigd, dat de Bijstandswet in dezelfde richting zal werken; dat is al vrij nauwkeurig bekend. De toepassing van de ze nieuwe normen heeft tot gevolg, dat de betrokken gezinnen beslist belang rijk verbeterde uitkeringen zullen krijgen en veel minder dan tot nu toe zul len zijn aangewezen op toevallige aanpassing, die altijd min of meer subjec-, tief kan zijn door het ogenblik van beoordeling. Het is de bedoeling over deze Bijstandswet, die vrij ingrijpend anders werkt dan de Armenwet, voorlichting te geven. Daarover is in de commissie van sociale zaken al even gesproken. De voorlichting is be doeld voor de raadsleden, alsmede voor kerkelijke en particuliere instel lingen, die direct of indirect met de Bijstandswet te maken zullen krijgen. Er is belangstelling voor, ook in die kring. Het college zal in het komen de voorjaar, zodra er iets meer bekend is, behoorlijk voorlichting geven over de wijze van uitvoering en het opvullen van de uitvoeringsbesluiten, die dan ook in de raad zullen komen. Ten aanzien van de onrendabele gebieden in de waterleidingvoor ziening is kortgeleden, in overleg met de commissie voor de gemeentelijke sociale werkvoorziening, besloten een hoofdarbeider aan te trekken. Die zal zich bezit houden met een enquete onder de mensen, die nog verstoken zijn van leidingwater. Daardoor kan een beter en algemener beeld worden ver kregen en zal het mogelijk zijn het beleid meer verantwoord af te stemmen. Nagegaan kan dan worden in hoeverre er voor de gemeente nog een aanvullen de taak ligt in het aansluiten van zoveel mogelijk percelen op de waterleiding. Het probleem van de ongrijpbare jeugd, ook wel nozemprobleem ge noemd, ligt niet zo eenvoudig. Het is het college bekend, dat ter plaatse hier en daar pogingen worden gedaan om deze ongrijpbaren op te vangen. Deze po gingen zijn wel moeilijk, want wanneer men een formule heeft gevonden waar op zij zich laten grijpen, wordt het bijna altijd een rommelige toestand en moet men de zaak inkorten. Doet men het op een beter plan, dan blijven degenen die gauw tot excessen vervallen, weg. Gepoogd zal moeten worden, hieraan iets te doen, maar centraal dient te worden gesteld, dat het probleem in zijn oorzaken bij de ouders ligt en nergens anders. Het zijn minderjarige jongens, die onder supervisie van de ouders behoren te staan. Als die in hun taak tekortschieten, is het moeilijk er veel aan te doen, maar geprobeerd moet het ongetwijfeld wor den - 218 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 219