18 december 1963. De VOORZITTER sluit de discussie en vraagt of de heer Korte stem ming verlangt, waarop deze mededeelt dat dit niet het geval is. De VOORZITTER verleent daarop het woord aan de heer de Haan. De wethouder DE HAAN herinnert aan de gisterenavond gehouden bespreking over de aanvulling van het bouwkrediet bij wijziging van de gemeen tebegroting 1962. De heer Elbertse heeft daarbij de vraag gesteld of het om overschrijdingen of om nieuwe dingen ging. Spreker meende zich toen te herin neren dat de post van 3.500,-- voor het theehuis wel eens in bespreking was geweest. Hij heeft het laten nakijken en kan thans mededelen dat de zaak in de raadsvergadering van 19 april 1961 aan de orde is geweest. Toen is wijziging gebracht in de oorspronkelijke opzet van het plan. Aanvankelijk was een bedrag van 50.000,-- uitgetrokken voor een groot theehuis. Door de prijsstijgingen in de periode tussen het vaststellen en het verwezenlijken van het plan, werd de zaak te duur en toen is in een gecombineerde commissievergadering op 28 maart 1961 een uiteenzetting gegeven inzake een kleinere opzet. De indruk is gewekt dat het buiten de commissies om zou zijn gegaan, dat het college dat theehuis er maar even zou hebben neergezet. Zo is het niet. Daar spreker gis terenavond de vraag niet onmiddellijk kon beantwoorden, heeft hij de zaak thans recht willen zetten. Het vervangen van het een door het ander berust op een be sluit van de raad, nadat de zaak in de commissie was geweest. De begroting van het Soester Natuurbad wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Hierna is aan de orde de behandeling van de gemeentebegroting voor het jaar 1964 in engere zin. De in deze notulen niet afzonderlijk vermelde onderdelen dezer be groting zijn alle zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Gewone dienst De voorzitter stelt allereerst aan de orde de uitgavenposten. Hoofdstuk II. Algemeen beheer Volgnr.28. Presentiegelden van de leden der raad. Mevrouw POLET-Musler wijst er op dat verschillende leden van de raad de dag van heden op eigen kosten moeten verzuimen om de behandeling van de begroting mee te maken. Uit de omstandigheid dat voor de middagvergade ring niet op de presentielijst behoefde te worden getekend, leidt spreekster af, dat voor deze dag enkelvoudig presentiegeld zal worden betaald. Daarin zit toch wel een onbillijkheid. De tijd dat lidmaatschap van de raad een erebaantje was, voor mensen met pensioen of eigen inkomsten, is voorbij. Het is verheugend dat met de jongste verkiezingen zo veel betrekkelijk jongeren in de raad zijn ge komen. Zij staan nog in het volle leven en daardoor worden zij geconfronteerd met deze onbillijkheid. Spreker verzoekt het college een modus te vinden waar door deze onbillijkheid wordt weggenomen. De heer ORANJE sluit zich geheel aan bij hetgeen mevrouw Polet heeft opgemerkt. Een presentiegeld van f 15,-- voor een gehele dag komt neer op 75,-- per week, dat is nog geen 85,-- s choon"Ge de put ee rde staten van Noordholland hebben het presentiegeld voor gemeenten van 20.000 tot 50.000 in woners met ingang van 1 juli 1963 op f 21,-- bepaald. Naar sprekers oordeel is dit nog te laag, maar het is toch belangrijk hoger dan het presentiegeld in Soest. Spreker verzoekt het college deze zaak onder de aandacht van gedeputeerde sta ten te brengen De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL betuigt zijn instem ming met het door mevrouw Polet gesprokene. Overal hebben in de beloningen zuigingen plaats en er is alles voor te zeggen dat de presentiegelden, die voor een goed functioneren van het democratische bestuursstelsel nuttig en nodig zijn, blijven meedraaien met de spiraal zoals die elders draait. De provincie Utrecht behoeft niet te wachten tot andere provincies zijn voorgegaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 240