18 december 1963. Volgnr.490 wordt zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Volgnr.526. Vergoeding aan besturen van bijzondere scholen ingevolge art. 34 van het besluit buitengewoon lager onderwijs Bij dit volgnummer stelt de voorzitter aan de orde punt 2b van de agenda: Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het jaar 1964: b. als bedoeld bij artikel 34, lid 4, van het "besluit buitengewoon lager onder wijs 1949" voor het buitengewoon lager onderwijs. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen Volgnr.526 wordt zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Paragraaf 16. Onderwijs, kunsten en wetenschappen (niet vallende onder de para- grafen 1 t/m 15). De heer PIEREN merkt op dat het college in de memorie van antwoord heeft meegedeeld, dat de bouw van een dorpshuis in Soesterberg geen gemeente zaak is, doch een zaak van de plaatselijke gemeenschap, die zelf moet zorgen voor de nodige financiële belangstelling. Daarmee is spreker het volkomen eens. Een grote moeilijkheid is echter, dat de subsidieregeling van het ministerie van maatschappelijk werk een bedrag vereist, dat in de tienduizenden guldend loopt. Zo'n bedrag kan moeilijk door de Soesterbergse bevolking worden opgebracht. De sociologische samenstelling van deze bevolking is namelijk een zeer vlottende, vanwege het heen en weertrekken van de beroepsmilitairen. De Raad van welzijnzorg doet voor deze beroepsmilitairen op ontspanmngsgebied al het mogelijke. De plaatselijke industrie is met zo kapitaalkrachtig, dat daaruit dit grote bedrag kan worden gefourneerd. De commissie dorpshuis heeft zich al vele jaren beraden op welke wijze zij aan de nodige financiële middelen kan komen. Ook in de loop van 1964 zullen waarschijnlijk bepaalde activiteiten worden ontwikkeld. Is het nu niet mo gelijk de achter-achterkleinkmderen ook een klem deeltje te laten bijdragen in de totstandkoming van dit gebouw, waar ze t.z.t. ook van zullen profiteren? De gemeente zou een renteloos voorschot kunnen verstrekken, in de vorm van een annuiteits leningdie het stichtingsbestuur regelmatig per jaar aflost. Misschien wil het college eens nagaan of dit mogelijk is De commissie dorpshuis zal van haar kant alle mogelijke moeite doen om toch aan de nodige financiële middelen te komen, zij het dat men natuurlijk niet het bedrag bij elkaar kan krijgen, dat het ministerie van maatschappelijk werk als voorwaarde stelt. Het ministerie van maatschappelijk werk heeft goedgevonden dat de burgerij in de vorm van mankracht haar medewerking verleent aan het tot standkomen van de bouw. Een grote moeilijkheid is dat de aannemer aanspra kelijk blijft voor de bouw. Het zou in overleg met hem moeten gebeuren. De burgerij kan wel wat grond- en graafwerk en misschien wat schilderwerk ver richten, maar op het bouwtechnische vlak wordt het een moeilijke zaak. Is het college - zo vraagt spreker, al verwacht hij niet onmiddel lijk een antwoord - bereid, deze zaak te bekijken en daarbij alle consequenties te ove rzien De VOORZITTER zegt dat het college de zaak zal behandelen. Hij vreest alleen dat de wijze waarop de heer Pieren de zaak heeft gesteld, door het Rijk niet zal worden geaccepteerd, omdat een van de voorwaarden is, dat de gelden van de burgerij komen. De vraag is of het moet gebeuren onder een afbetalingssyteem. Het zou misschien beter zijn geweest, indien men direct na het opkomen van de plannen al had geprobeerd gelden te verkrijgen en daar ieder jaar consequent mee was voortgegaan. Wanneer men ineens 30.000,-- of 35.000, -- op tafel moet leggen, wordt het natuurlijk een hele hijs. Dit is geen verwijt spreker begrijpt best de moeilijkheden. Maar als men er eer der mee begonnen was lag de zaak misschien wat anders Burgemeester en wethouders zullen de zaak bespreken en een - 243 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 244