1963.
tz een
is dit
op de
veest,
ethou-
net het
tie
:om
roudig
je li jk
s oor-
t stuk.
>rde
)lle ge
Spre-
ande -
er
in
angen
een
Ires -
-ng
e
kwes-
eft
a over
•em in
de
is
;n uit-
Nu
voor
wreker
5 jaar
in de
na-
neer
ter-
staan.
:n
zet
1 bij
uinen
at be -
van
:n niet
1 2 juni 1 963
Mevrouw POLET-Musler verheugt het dat de raad gelegenheid
krijgt over deze materie te praten.
De aan de kampeerders uitgegane brief lezende, werd zij in de
eerste plaats verontrust door de daarin genoemde termijn van twee jaar. De op
merking van de voorzitter, dat deze termijn van twee jaar in de raad is genoemd
en op grond daarvan in de brief is terechtgekomen, heeft de zaak niet gelukkiger
gemaakt. De brief is namelijk van 3 januari, terwijl de desbetreffende raadsver
gadering op 30 januari plaatsvond.
Toen de kwestie van de Wilhelminalaan aan de orde was, heeft
sprekers bepleit om, wanneer de overheid gedwongen is voor het algemeen belang
zeer ingrijpende maatregelen te nemen, in ieder geval de betrokkenen heel erg
duidelijk, precies, gemotiveerd en in voor gewone burgers te volgen taal voor te
lichten. In het onderhavige geval is stomweg geschreven, dat het college van plan
is het kampeerterrein op te heffen. Dit is niet erg in overeenstemming met de in
dertijd gedane toezegging inzake voorlichting van de betrokkenen.
In de brief staat dat het college tot opheffing van het kampeerter
rein heeft besloten. Spreekster heeft echter altijd begrepen, dat dit een zaak van
de raad is en dat daarom hierover ook tijdens de begrotingsbehandeling is gedis
cussieerd. Wanneer deze aangelegenheid in het geheel niet tot de competentie van
de raad behoort, dan is het een vrij wonderlijke vertoning geweest, dat de raad
er op 30 januari over heeft gediscussieerd.
Deze punten hebben gemaakt, dat spreekster bij het lezen van de
brief aan de kampeerders behoorlijk "op de kast" werd gejaagd.
Komende tot de zaak zelve, merkt zij op er achteraf spijt van te
hebben, dat zij het niet heeft opgebracht een bronnenstudie in te stellen, toen de
ze zaak in de begrotingsbehandeling werd opgenomen. De geest van het streek
plan is inderdaad dat deze terreinen voor de dagrecreatie bestemd zijn. In het
desbetreffende hoofdstuk van het streekplan wordt echter speciaal en met nadruk
stelling genomen tegen het ten behoeve van de recreatie verkopen van afzonder
lijke terreintjes Dit slaat dus op versnippering in de eigendomssector. Op dit
punt is spreekster het geheel met het streekplan eens In het streekplan wordt
echter in het geheel niet gezegd, dat de bestaande kampeerterreinen moeten ver
dwijnen. Wat dit betreft, wijkt het streekplan niet af van het plan van Soest zelf.
In het uitbreidingsplan van Soest staat het desbetreffende terrein namelijk als
bosgebied en niet als kampeerterrein aangegeven. Toch heeft de raad bij de be
groting 1959 een krediet beschikbaar gesteld om daar toiletgebouwtjes te plaat
sen. Dat krediet is ook door gedeputeerde staten goedgekeurd. Het kampeerter
rein blijkt dus in het geheel niet in strijd te zijn met het bestaande uitbreidings
plan
Er staat hier veel levensgeluk van de betrokken kampeerders op
het spel. Spreekster heeft het terrein bezocht en zij is onder de indruk gekomen
van de liefde en toewijding, waarmede de kampeerders aan hun huisjes werken.
Bovendien is zij onder de indruk gekomen van het kapitaal, dat de betrokkenen in
hun huisjes hebben geïnvesteerd. Zij is een leek op dit gebied, maar zij gelooft
dat hier toch minstens een vijftig mille is geïnvesteerd. Om deze zaak nu binnen
twee jaar te laten aflopen, vindt zij veel te erg. Wanneer het terrein op den duur
in ieder geval weg moet, dan zou zij willen zeggen: Laat de mensen die reeds een
vergunning hebben, net zolang staan als zij willen, maar geef de vrijkomende
plaatsen niet aan anderen. Dat zou voor haar eventueel nog een aanvaardbare
tussenvorm zijn. Zij zou het echter beslist niet anders willen.
Op deze wijze voorkomt men tevens het bezwaar, dat de midden
stand tegen opheffing van het kampeerterrein heeft. De heer Hom heeft tijdens
de begrotingsbehandeling met name voor de middenstand gepleit. Spreekster be
treurt het dat de middenstand niet in een adres aan de raad - al was het maar
vertrouwelijk geweest - een inzage heeft gegeven in het deel van de omzet, dat
door de aanwezigheid van het kampeerterrein wordt veroorzaakt. Wanneer op het
kampeer-terrem 74 gezinnen van gemiddeld vier personen zijn, dan betekent dit
- 79 -