16 september 1964. f. Schrijven van de direkteur van het Gasbedrijf d.d. 4 september 1964, inzake aanschaffing van een bestelauto, met voorstel dienovereen komstig te besluiten. Met betrekking tot deze stukken wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voor geste ld g. Besluit van burgemeester en wethouders van 15 juli 1964, inzake de verkoop van grond "Achter Dammers", met voorstel dit besluit aan te nemen voor kennisgeving. De heer DE BRUIN: Is dat ook nog ingekomen? De heer DIJKSTRA: Dit laatste stuk is ons niet bekend'. De VOORZITTER merkt op dat dit besluit later aan de in gekomen stukken is toegevoegd. Uit de reacties van de raad maakt spre ker op, dat de raadsleden van dit stuk niet op de hoogte zijn. Hij stelt daarom voor, dit stuk te plaatsen op de lijst van ingekomen stukken voor de volgende raadsvergadering. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van de voorzit ter besloten 176 (3) Verdeling van de raad in twee afdelingen in verband met de behandeling van de begroting voor het jaar 1965. De loting voor de verdeling heeft op zodanige wijze plaats, dat de leden der verschillende fracties zoveel mogelijk over de afdelin gen worden verdeeld. De afdelingen worden als volgt samengesteld. Eerste afdeling. Voorzitter: de wethouder van Zadelhoff. Leden: mevrouw Polet-Musler de heren van WeertDijkstra, Verheus, Brouwer, Oranje, Korte,van Poppelen en Hilhorst. Tweede afdeling. Voorzitter: de wethouder de Haan. Leden: de heren Grift en Pieren, mevrouw Muurling-Voorthuis de heren Berkelbach van der Sprenkel, de Bruin, Elbertse, van den Berg en Hom en mevrouw Walter-van der Togt 177 (4) Voorstel tot vaststelling van een nieuwe straatverlichtingsovereenkomst. De heer HILHORST merkt op dat, wanneer men in de raad over waterleiding en wat dies meer zij spreekt, nogal eens de zgn. on rendabele gebieden aan de orde worden gesteld. Met betrekking tot de elektriciteitsvoorziening spreekt men in die zin niet van onrendabele gebieden. Spreker wil er in dat verband evenwel op wijzen dat met na me zij die agrarische bedrijven hebben buiten de bebouwde kom, vaak worden geconfronteerd met moeilijkheden als gevolg van het feit dat zij als laatste op een bepaald leidingnet zijn aangesloten. Dit brengt in de praktijk voor deze mensen met zich mede, dat het, zelfs wanneer er sprake is van de aanwezigheid van krachtstroom, heel vaak voorkomt dat de hun geleverde stroom zo zwak is, dat zij daardoor zelfs bij het machinaal melken al in moeilijkheden geraken. Op grond hiervan wil spreker het college vragen, of het niet mogelijk is dat de P UE .M. er van de zijde van het gemeentebestuur op wordt gewezen, dat zij heeft te bevorderen dat zij, die - verstoken zijnde van subsidies in verband met een verklaring tot onrendabel gebied - zelf allerlei kosten hebben gemaakt, er toch minstens van verzekerd kunnen zijn, dat hun voldoende stroom wordt geleverd om de bedoeling van hetgeen is aangelegd te realiseren Mevrouw MUURLING-Voorthuis wil naar aanleiding van de ze voordracht iets zeggen over Soest-Zuid. Het gaat spreekster er niet zozeer om, Soest-Zuid in floodlight te zetten. Zij wil dit agendapunt aan grijpen om er nog eens op te wijzen, dat de lantaarnpalen met de antie ke bovengrondse bedrading en de antieke lichtpuntjes in bepaalde woon- - 133 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 134