21 oktober 1964. vergadering van gedachten te wisselen en zich te oriënteren. De heer de Bruin heeft de vrees uitgesproken, dat het hedenavond te laat zou worden om bedoelde onderwerpen nog te behan delen Spreker hoopt heel erg, dat het niet te laat zal worden. Toen de deskundigen werden uitgenodigd, had men een heel kleine agenda, nl van elf punten. De agenda is sindsdien nogal uitgedijd. Over het alge meen betreft dit echter vrij administratieve voorstellen, waarover in het algemeen niet veel discussie wordt gevoerd. Mocht de behandeling van de gewone agenda echter erg veel tijd vergen, dan lijkt het spreker beter enige punten - die niet noodzakelijkerwijze vanavond behandeü'be- hoeven te worden - aan te houden om dan in besloten vergadering over te gaan. De uitgenodigde heren kan men nlniet te lang laten wachten. Alleen al uit een oogpunt van beleefdheid zou dat niet juist zijn. De heer DE BRUIN begrijpt heel goed, dat het college er geen bezwaar tegen heeft gehad op de indertijd door hem gestelde vragen te antwoorden. Misschien waren de vragen wel een beetje moei lijk en kon het college ze niet zonder advies van deskundigen beantwoor den, maar spreker blijft erbij dat het college hem - ondanks de door hem gezonden rappellen en ondanks de gedane toezeggingen - zonder meer in de kou heeft laten staan. En dat neemt hij het college kwalijk. De VOORZITTER: Dat laatste begrijp ik niet. De heer DE BRUIN: U geeft toch geen antwoord op mijn vragen De VOORZITTER: Het wordt toch gemotiveerd. Iemand "in de kou" laten staan, wil zeggen dat je je niets van hem aantrekt Herhaaldelijk is echter gezegd, dat men met deze zaak bezig was en wat de problemen waren, waardoor men nog niet een behoorlijk ant woord kon geven, Tenslotte is u meer gebaat met een verantwoorde be antwoording van de vragen dan met een antwoord dat wordt gegeven om dat men zegt: Nu ja, er moet een antwoord komen. Het onrijo en ontijdig geven van een antwoord vind ik ten opzichte van de vragensteller meer incorrect dan tot de vragensteller te zeggen, dat het op het moment nog niet mogelijk is een antwoord te geven, doch dat aan het antwoord wordt gewerkt. Ik geloof dat u eerder "in de kou" had gestaan, indien een for meel antwoord was gegeven, waaraan u weinig zou hebben gehad, Het gaat erom dat wij een inzicht krijgen in de aard van de problemen, die zich hier voordoen en die niet zo eenvoudig zijn. De heer de Bruin is waarschijnlijk niet geheel tevreden gesteld, maar wenst hij nog verdere discussie hierover? De heer DE BRUIN: Neen, mijnheer de voorzitter. Ik wil alleen nog het volgende opmerken. Misschien is de uitdrukking "in de kou laten staan" niet geheel juist geweest. In de notulen van 15 april 1964 staat echter "Ten aanzien hiervan kan spreker" (de voorzitter) "mede delen dat de rapporten hierover nagenoeg klaar zijn en elk ogenblik kun nen binnenkomen. Het is de bedoeling deze rapporten in de volgende vergadering van de raad aan de orde te stellen." Meer wil ik er op het moment niet van zeggen. De VOORZITTER: Dat was dus op dat moment volkomen waar Mevrouw POLET-Musler wil een ordevoorstel doen. Zij had zich reeds voorgenomen, om half negen te vragen de openbare ver gadering te schorsen. Wanneer de voorzitter zelf van plan is de agenda om te gooien, zou het dan niet beter zijn dit meteen te doen? Het is nl nu al vijf voor acht. De VOORZITTER stelt voor gewoon te beginnen met het afwerken van de agenda. Ondertussen zal de secretaris nagaan, welke voorstellen voorrang hebben. - 158 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 159