1964. 21 oktober 1964. Spreker meent n.1. dat het prettiger zou zijn, indien hij hetgeen hij heeft te vragen, zou vragen buiten aanwezigheid van bedoelde advi seurs De VOORZITTER zegt de heer Oranje het gevraagde gaarne toe Hierna wordt het voorstel van de voorzitter zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De VOORZITTER spreekt daarna als volgt: Dames en heren. Aan het einde van deze vergadering - waarschijnlijk de laatste die de heer Brouwer als raadslid zal meemaken - rest mij nog, om in de eerste plaats onze spijt te betuigen over het feit dat de heer Brouwer ons halverwege de rit gaat verlaten. U, mijnheer Brouwer, bent van buiten Soest in Soest komen wonen; u kende Soest wel en u had hier uw werk, maar u bent als niet Soester in Soest komen wonen en u hebt zich voor de zaken van de gemeente en van de samenleving zo geihteresseerd, dat u zich ook beschikbaar hebt gesteld voor het raadslidmaatschap. U bent nu zes jaar lid van de raad geweest en u hebt het raadslidmaat schap vervuld met alle krachten waarover u beschikte. De reden waarom u voor het lidmaatschap bedankt, is dat u voelt aankomen dat u de tijd zal ontbreken om deze functie voor de volle honderd per cent te vervullen - en als u iets doet, dan wilt u het voor de volle hon derd percent doen. Ik dank u zeer voor al het werk dat u hebt gedaan in het belang van onze geimeente, voor de belangstelling die u hebt getoond voor de gemeentezaken, voor de wijze waarop u aan de discussies hebt deelgenomen, alsmede voor de adviezen die u hebt gegeven en die steeds zeer weloverwogen waren. Ik kan mij voorstellen dat het voor u na uw pension nering toch ook wel een aantrekkelijke kant had om, nadat u zoveel te maken had gehad met het militaire leven, eens in een volledige burgermaatschappij een functie te vervullen. Ik kan niet anders zeg gen dan dat u zich als oud-militair wat dat betreft wonderwel hebt weten aan te passen. Ik geloof dat u zich ook in dit milieu wel op uw plaats en thuis hebt gevoeld. Het spijt ons dat u ons gaat verlaten. Wij hebben dat te respecteren. Wij wensen u verder alle goeds toe en rekenen erop, dat u steeds met grote belangstelling de verslagen zult volgen van wat er hier in de raad en daarbuiten wordt behandeld. De heer BROUWER zegt hierna het volgende. Mijnheer de voorzitter. Ik dank u zeer voor uw prettige woorden. Ik mag misschien even een correctie aanbrengen. U heeft gezegd dat ik later in Soest ben komen wonen, maar ik ben in 1923 Soester geworden, al is het in Soesterberg, en ik heb tot 1940 in Soesterberg gewoond. Ik ben slechts korte tijd, in de bezet tingstijd, weggeweest. Dat wil dus zeggen dat ik langer inwoner van Soest ben geweest dan u veronderstelde. Mijnheer de voorzitter, u hebt ook gezegd; Het spijt ons. Ik mag hieraan misschien toevoegen dat dit wederkerig is. Het spijt mij bijzonder dat ik deze raad moet verlaten. Ik heb een zeer prettige herinnering aan deze zes jaar. Naar mijn eigen overtuiging moet ik, helaas - in verband met mijn particuliere omstandigheden, die meer tijd gaan vergen - voor deze functie bedanken, omdat mij niet de tijd rest om hieraan de volle aandacht te geven. - 173 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 174