18 november 1964.
Het voorstel wordt aangehouden.
247(11) Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 50 van de
Kleuteronderwijswet aan het bestuur van de O.L. Vrouwe Stichting te Amers
foort voor de inrichting van het speellokaal in de R.K. Kleuterschool te
Soest-Zuid tot speelwerklokaal.
248(12) Voorstel tot het afgeven van een verklaring van geen bezwaar tegen toetre
ding tot de gemeenschappelijke regeling regionaal woonwagenkamp.
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
249(13) Voorstel inzake de aanleg van een waterleiding ten behoeve van het perceel
Birkstraat 126a op grond van de regeling betreffende bijdragen in de drink
watervoorziening van super-onrendabele percelen.
Mevrouw POLET-Musler heeft in dit stuk gelezen, dat er ten aanzien van één
van de op de gemeente Soest betrekking hebbende objecten nog geen overeen
stemming kon worden bereikt. Kan het college mededelen, hoever men met het
desbetreffende overleg is gevorderd? Is het mogelijk dat men binnen een re
delijke termijn wél tot overeenstemming komt?
De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat deze materie financieel erg moei
lijk ligt. Men heeft over deze materie in Soest eens een uiteenzetting ge
had van een ambtenaar van de provinciale griffie. Daarbij is ook gesproken
over een eventuele wijziging van de betaling van het bedrag van 400,
Men kan ten aanzien hiervan een zekere verdeling toepassen, mits men maar
komt op een gemiddelde van 400,Dit brengt in het door mevrouw Polet
bedoelde geval moeilijkheden.
In vorenbedoelde uiteenzetting is ook naar voren gebracht, dat wanneer
het moeilijk mocht zijn het bedrag van 400,-- contant op tafel te leggen,
altijd een betalingsregeling met de gemeente kan worden aangegaan. Ook dit
is ten aanzien van bedoelde zaak naar voren gebrachtdoch ook dit heeft
nog niet tot resultaat gehad dat allen meedoen. Men was onlangs op de helft.
Spreker weet niet hoe het hiermede op dit moment staat.
Mevrouw POLET-Musler; Hoe moet het zijn om het te laten doorgaan?
De wethouder VAN ZADELHOFF: Eigenlijk alles.
Mevrouw POLET-Musler: Dus de goeden moeten weer onder de kwaden lijden?
De wethouder VAN ZADELHOFF: Inderdaad.
Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
250(14) Voorstel tot verkoop van een perceel grond gelegen aan de Beatrixlaan aan
mevrouw M. van Schadewijk-Hartman.
De VOORZITTER deelt mede dat in het ontwerp-besluit in plaats van Korte
Brinkweg moet worden gelezen 'Beatrixlaan".
De heer ORANJE vraagt of men ook in dit geval niet heeft te maken met een
recht van overpad dat nader moet worden bezien.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het in dezen niet gaat om het recht van
overpad. Wél kan er een vraag rijzen met betrekking tot het onderhoud. Het
eerder op de avond gehouden voorstel met betrekking tot "Het Middenstandshuis"
is aangehouden, omdat het college niet zeker weet, of het onderhoud van de
betrokken weg ten laste komt van de P.U.E.M die ook het recht van overpad
heeft
De heer ORANJE: Maakt die dan geen bezwaar en moet dit punt ook niet even
worden aangehouden?
De VOORZITTER zegt dat dit niet behoeft, doch dat het wel kan. Dit voorstel
heeft weliswaar ook betrekking op het vestigen van het recht van overpad,
doch het bepaalt niet de voorwaarden waarop dat zal gebeuren. Het gaat nu
alleen maar om een desbetreffend principebesluit.
Hierna wordt het voorstel, met inachtneming van de door de voorzitter aange
geven wijziging, zonder hoofdelijke stemming aangenomen.