Nr. 13 9 december 1964. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeen te Soest op wdensdag, 9 december 1964, te 9.15 uur. VOORZITTER: de burgemeester de heer mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer J.J.J.M. Festen. Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, G.C. van den Berg, J.W.D. Berkelbach van der Sprenkel, J.K. de Bruin, drs. L.J. Dijkstra, B.H.A. Elbertse, P. Grift, K. de Haan, A.P. Hilhorst, J.H. Hom, J.C. Korte, dr. D.J.P. Oranje, P.C. Pieren, mevrouw S.M. Polet-MuslerJ.R. van Poppelen, C. Verheus, mevrouw M.C.P, Walter-van der TogtC.C. van Weert, A.S. Westra en drs. W.G. van Zadelhoff. Afwezig met kennisgeving is het lid: mevrouw M.H.B. Muurling-Voorthuis De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de gebedsformule Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is ingekomen van mevrouw Muurling, wegens ziekte. 263(1) Ingekomen stukken. Brief van het bestuur van de Partij van de Arbeid van november 1964, inhoudende een resolutie betreffende de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten, met voorstel dit voor kennisgeving aan te nemen Mevrouw POLET-Musler merkt op in Het Parool van 7 december j.1. het volgende berichtje te hebben gelezen: "Alleen al de niet kohierbelastingen hebben in de eerste tien maanden van dit jaar bijna 1,5 miljard gulden meer opgebracht dan in de eerste tien maanden van het vorige jaar. De grootste stijging in geld gaven de opbrengsten te zien van de loonbelas ting, de invoerrechten en de omzetbelasting." In de resolutie waarop in deze brief van het bestuur van de Partij van de Arbeid wordt gedoeld, wordt maar 69 miljoen gulden voor de gemeenten gevraagd. Spreekster zou zeggen dat als men een meeval lertje van 1,5 miljard heeft, deze 69 miljoen gulden daar wel van af zou kunnen, om de gemeenten in ieder geval voor de efgste gevolgen te behoeden. Zij zou daarom liever zien dat de raad met deze brief adhe sie betuigt, dan dat men hem, zoals door het college wordt voorgesteld, voor kennisgeving aanneemt De VOORZITTER merkt op dat inmiddels het bericht is ontvangen, dat de uitkering uit het gemeentefonds wordt verhoogd. Hij weet wel hoeveel het aandeel van Soest in deze verhoging bedraagt, doch hij weet niet hoeveel miljoen zij in totaal bedraagt. Misschien kan de wethouder van financiën meer inlichtingen verstrekken. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat deze circulaire van het bestuur van de Partij van de Arbeid eigenlijk is achterhaald door de op 26 november j.1. ontvangen circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken, inhoudende dat het voorlopig uitkeringspercentage voor 1965 wordt verhoogd tot 149. Het congres van de Partij van de Arbeid heeft waar schijnlijk plaatsgehad vóór 26 november j.1. Mevrouw POLET-Musler: Men zou dus mogen stellen, dat het mis schien toch wel invloed heeft gehad. De wethouder VAN DEN AREND: Ja, inderdaad. De VOORZITTER merkt op dat er dus is tegemoet gekomen aan de wens die tot uitdrukking komt in de resolutie van de Partij van de Arbeid. - 213 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 214