1 5 januari 1964 geworden, is hem wél gebleken uit diens schriftelijke uiteenzetting, namelijk dat de directeur inderdaad adviseert tegen het verlenen van een vergunning voor een lasinrichtingSpreker wil daarom met de heer Oranje een waarschuwing laten ho ren. Hij herinnert zich dat de raad jaren geleden ook al eens is gewaarschuwd voor het te lichtvaardig verlenen van vergunningen voor dergelijke bedrijven in een woon wijk. Hij heeft de indruk dat men op het ogenblik een beetje moet oppassen met wat men doet. Men dient zich te realiseren dat men niet meer terugkan, wanneer men thans "ja" zegt. Na inzage van het advies van de directeur van gemeentewerken, zo als dat bij de stukken ligt, is spreker er dan ook bijzonder huiverig voor om zijn stem aan dit voorstel te geven. De VOORZITTER deelt daarop nre de, dat het voorstel wordt aangehou den. De wethouder VAN ZADELHOFF wil nog even nader aangeven, waarom dit voorstel wordt aangehouden. Anders zou de indruk worden gewekt, dat het col lege overweegt de suggestie van de directeur van gemeentewerken geheel te volgen. En dat is niet het geval. De raad moet goed beseffen, zelf het uitbreidingsplan te hebben vastge steld, waarin de mogelijkheid van bedrijfsvestiging voorkomt. Hoewel de moderne planologen het liefst ieder bedrijf op het industrieterrein plaatsen om daardoor de rust in de woonwijken te handhaven zal men aan de andere kant begrip moeten heb ben voor kleine ondernemers, die niet in staat zijn direct heel groot op een indus trieterrein te beginnen. Een vraagpunt is nog, of een ontheffing door de raad zou betekenen, dat men iedere vergroting van de hinderwetaanvrage zou moeten toestaan dan wel of men aan de ontheffing beperkingen kan verbinden. Het standpunt van de gemeen tesecretaris is De raad kan de ontheffing verlenen of weigeren; dan moet er ook een tussenliggende mogelijkheid zijn. Het college wil nu nagaan, of de raad een beperkte ontheffing kan verlenen. De VOORZITTER merkt op dat het hier betreft een terrein met be drijf sbe stemmingHet is natuurlijk erg moeilijk ontheffing te weigeren voor een terrein, dat bedrijfsbestemming heeft gekregen. Aan de andere kant is het col lege huiverig voor een absolute ontheffing, waardoor het hek helemaal van de dam zou zijn De heer ORANJE merkt op dat bij de vaststelling van het uitbrei dingsplan met de bedrijfsbestemming, de raad dit soort bedrijven bepaald niet voor ogen heeft gestaan. De raad dacht aan werkplaatsen enz. b. M.v.d. Broek, Kerkstraat 49, alhier, voor het uitbreiden van een benzine- pompinstallatie op het perceel aan de Kerkstraat 49- 11 Voorstel tot ruiling van grond gelegen aan de Plasweg met J. Huigen. 12. Voorstel tot het in eigendom aannemen van een perceel grond gelegen tussen de Sterrenbergweg en de Postweg van de Staat der Nederlanden. Voorstel tot het verlenen van een zakelijk recht aan de P.U.E.M. N.V. Voorstel tot hef verlenen van eervol ontslag aan mejuffrouw A.T.G. Muller als hoofdleidster van de openbare kleuterschool te Soesterberg. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor verbouwing van de ga rage van de dienst van gemeentewerken. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de verwarming van het water van het Soester Natuurbad. De VOORZITTER verleent het woord aan wethouder De Haan voor het aanbrengen van enige wijzigingen in het voorstel. De wethouder DE HAAN merkt op dat bij de voorbereiding van het plan nog niet bekend was, dat er in Nederland reeds een bad bestaat dat het voor Soest gedachte verwarmingssysteem - zij het met een andere brandstof - toepast. Begin vorige week bleek echter, dat in het zuiden des lands een bad gedurende het jaar 1963 een verwarmingssysteem heeft gebruikt, dat op dezelf de wijze functioneert als het voor Soest gedachte. Het college heeft zich daar- 13 14 15 16 - 20 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 21