9 december 1964.
De wethouder VAN DEN AREND herhaalt dat er regelmatig contact
met de woningbouwverenigingen plaats heeft. Het lukt echter niet altijd,
de besturen van deze verenigingen bij elkaar te krijgen. Zij worden
regelmatig uitgenodigd, maar de besprekingen worden wel eens uitgesteld,
omdat een aantal van hen daarbij niet aanwezig kan zijn.
Een van de woningbouwverenigingen, n.1. Ons Belang te Soester-
berg, heeft medegedeeld niet te willen medewerken. Dit is wel verklaar
baar - men wil zo lang mogelijk baas in eigen huis blijven. Het gaat
deze vereniging vrij goed. Dit kan niet van alle andere woningbouwver
enigingen worden gezegd. Men verdedigt niettemin zo lang mogelijk zijn
zelfstandigheid. In verband hiermede is het te voeren overleg nogal
langdurig. Spreker meent niettemin dat men in dezen de goede richting
uitgaat
De begroting van het woningbedrijf wordt zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Gasbedrijf
De heer PIEREN merkt op dat zowel in de commissie voor het
gasbedrijf als in de afdelingen naar voren is gekomen de vraag, in hoe
verre het in verband met de gehele ombouw- en inruilactie en wat dies
meer zij gewenst zou zijn, het personeel van het gasbedrijf te belonen
met een gratificatie. Ondanks het feit dat, zoals het college in de
memorie van antwoord mededeelt, dit personeel is bijgestaan door hulp
krachten, meent spreker dat het personeel van het gasbedrijf onder
hoogspanning heeft gewerkt (en nog zal werken!). Gezien de grote in
spanning die van dit personeel is gevraagd en nog zal worden gevraagd,
meent spreker dat het in aanmerking komt voor een gratificatie. Hij
denkt in dit verband even aan de gratificatie die enige jaren geleden
aan een aantal leden van het personeel van gemeentewerken is toegekend,
in verband met de werkzaamheden die toen moesten worden verricht als
gevolg van zware sneeuwval. Hij zou willen voorstellen, na afloop van
de totale ombouwactie en na de omschakeling op aardgas het college van
burgemeester en wethouders te machtigen, het personeel van het gasbe
drijf een gratificatie te verlenen.
De heer HILHORST vraagt of de werkzaamheden in verband met
de inruilactie van een zodanige omvang zijn, dat het personeel overuren
moet maken.
De wethouder VAN DEN AREND zegt dat dit inderdaad het geval is.
De heer HILHORST merkt op dat er voor wat betreft de beloning van over
uren speciale tarieven in het leven zijn geroepen.
Spreker heeft veel waardering voor het voorstel van de heer
Pieren. Hij meent echter dat met het verstrekken van dergelijke grati
ficaties voorzichtigheid dient te worden betracht. Men moet ervan uit
gaan, dat iedereen, of hij nu in dienst is van het gasbedrijf, van ge
meentewerken of van een andere gemeentelijke dienst, doet wat van hem
mag worden verwacht. Hij kan zich met het verlenen van een gratificatie
als door de heer Pieren bedoeld verenigen, wanneer na afloop van de
werkzaamheden in verband met de omschakeling op aardgas blijkt, dat het
personeel van het gasbedrijf werkelijk extra prestaties heeft moeten
leveren. Hij meent dat deze gehele materie te zijner tijd, wanneer de
financiële uitkomsten van een en ander bekend zijn, nog wel eens in
de raad aan de orde zal worden gesteld. Hij gelooft dat het alsdan het
moment zal zijn om zich nog eens te beraden op het verstrekken van een
gratificatie. Men moet in dezen voorzichtig zijn voor wat betreft het
scheppen van een precedent
De heer Pieren heeft in dit verband ook genoemd de gratifica
tie die enige jaren geleden aan een aantal personeelsleden van gemeente
werken is toegekend, in verband met bijzondere werkzaamheden tijdens de
winterperiode
- 249 -