9 december 1964. Door een betrekkelijk gemakkelijke administratieve methode is het dus mogelijk 10.600,in deze begroting beschikbaar te krijgen. Het betreft hier een methode, die in praktisch alle gemeen ten wordt toegepast. Hieraan zij nog toegevoegd, dat de gemeentelijke bedrijven de premie wel over vijf jaar uitsmeren. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat het usance is de premie eens inde vijf jaar te boeken. De heer Westra zegt nu wel, dat her be trekkelijk eenvoudig is om de premie over vijf jaar uit te smeren, maar dat geeft toch heel wat administratieve rompslomp. Spreker gelooft dan ook, dat tegen het volgen van de huidige methode geen bezwaar be staat, vooral niet omdat het om een betrekkelijk klein bedrag gaat. De ze methode heeft altijd bevredigend gewerkt. De heer WESTRA zegt dat het uitgangspunt dient te zijn, dat ieder jaar zijn eigen lasten draagt. Zit men dik in de "slappe was", dan kan met het zich wel eens veroorloven een uitgave voor verschil lende jaren in één keer af te schrijven. Nu hier echter belastingen en keuringsrechten worden verhoogd, terwijl door een betrekkelijk eenvoudige administratieve overboeking op de onderhavige begroting 10.600,kan worden vrijgemaakt, acht spreker het onjuist deze mogelijkheid niet te benutten. De daardoor te verkrijgen financiële ruimte zou hij dan - met het oog op het volksgezondheidsbelang - willen benutten om de slacht- en keurlonen niet te verhogen. De heer HILHORST vraagt of de suggestie van de heer Westra alleen inhoudt, dat de premiebetaling wordt gespreid. Is het een voor waarde, dat de premie eens in de vijf jaar wordt gestort of is het mo gelijk de premie in vijf termijnen te voldoen? De heer WESTRA: De premie moet eens in de vijf jaar worden betaald. Door een betrekkelijk eenvoudige methode kan men dat bedrag echter over de begrotingen van vijf jaren uitsmeren. De heer HILHORST: Zit daar geen rentefactor bij? De heer WESTRA: Dat zou kunnen, maar dat maakt het alleen maar inge wikkeld De VOORZITTER merkt op dat het inderdaad mogelijk is het pre miebedrag over vijf jaar uit te smeren. Deze zaak moet men echter geheel los zien van de verhoging van de slacht- en keurlonen. Het slachthuis had een tekort van 17.500,--. Nu mag er natuurlijk wel een tekort op het slachthuis zijn, maar ten aanzien van een dergelijk bedrijf wordt toch geëist dat de begroting ongeveer sluitend is. Het slachthuis had dus een te groot nadelig saldo. Daarin is voorzien door de verhoging van de slacht- en keurlonen. In het onderhavige geval echter gaat het om de vraag: Moet je nu zo'n postje over vijf jaar gaan uitsmeren? Er zijn wel meer uitgaven bij de gemeente, die men theoretisch over de kapitaaldienst kan laten lopen om ze over een bepaald aantal jaren af te schrijven, terwijl men toch zegt: Laten wij ze maar ineens afschrijven. Wanneer men dat ieder jaar doet, dan heeft men het ene jaar een nadeel bij de brandverzekering, terwijl men een ander jaar op een ander punt weer eens een nadeel heeft. Door de bank komt men echter op hetzelfde uit. Dit systeem heeft het grote voordeel, dat daardoor allerlei kleine postjes buiten de kapitaal- dienst worden gehouden. Het geheel wordt dan overzichtelijker, terwijl het dus uiteindelijk geen verschil maakt. Door kosten als de onderhavige direct af te schrijven krijgt men een vermindering van administratie. De door de heer Westra voorgestane methode zou alleen dit jaar enig soelaas geven. Maar uiteindelijk maakt het geen verschil. Zou men in een positie verkeren, dat de gemeente staat of valt met de mogelijkheid om nog ergens 10.000,te vinden, dan zou spreker zeggen: Laten wij deze post dan maar over vijf jaar uitsmeren. - 263 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 264