1 9 februari 1964 zal worden ingesteld. Hij vindt de oplossing om dwars op de oude Ossendamweg een benzinestation te plaatsen niet erg fraai. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het door de heer de Bruin gesignaleerde punt geen wijziging van het oude plan betreft. Het desbetref fende blokje heeft in het plan Soest-Zuid altijd juist voor de Ossendamweg ge staan. Deze hoek van de Ossendamweg is de meest gevaarlijke en door hem nu iets te verleggen, verkrijgt men bij het uitrijden een veel beter uitzicht. Er is geen andere oplossing voor de hoek Ossendamweg-Soesterbergse^raat mogelijk, of men zou het bouwblok tussen de oude en de nieuwe Ossendamweg moeten in korten, hetgeen zou betekenen dat men een aldaar gelegen slagerij moet aanko pen. om die bocht beter te maken. Nu is dat niet nodig.. Het verkeer over de oude Ossendamweg zal natuurlijk veel minder intensief worden. Hetgeen er echter te zijner tijd nog uitkomt, komt alsdan op een goede manier op de Soesterbergse- straat. Verkeerstechnisch heeft men het zich altijd aldus gedacht. Deze oplos sing lijkt spreker een verbetering van de bestaande situatie. De heer ELSERTSE vraagt of de door de grondcommissie voor gestelde wijziging nog van invloed kan zijn op de procedure, zodanig dat men enig gevaar zou kunnen lopen met betrekking tot het feit dat het plan reeds ter visie is gelegd. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat er ten deze slechts sprake is van een tegemoetkoming aan bezwaren. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met inachtneming van de door de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan aange geven wijzigingén. 50. Voorstel tot het besfthïkbaar stellen van een krediet voor de aanleg van een ge deelte van de Fokker straat Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 51 .Voorstel tof het beschikbaar stellen van een krediet voor het leggen van een rio lering in en de verbetering van de Henriëtte Blaekweg. Mevrouw MUURLING-Voorthuis merkt op dat men in de van Len- neplaan en de ChrÏBtiaan Huygensiaan wel een jaar met de riolering bezig is ge weest. Waarom heeft men toen het onderhavige stuk van de Henriëtte Blaekweg niet tegelijk meegenomen? Nu is het materieel er allemaal weg en moet het er weer naar toe worden gebracht. De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat de riolering van de Henriëtte Blaekweg niets te maken heeft met de van Lenneplaan. Zij heeft echter alles te maken met de riolering van de Birkstraat. Een deel van de rio lering van de Birkstraat loopt naar beneden en komt in de riolering die via de Vosseveldiaan naar de van Lenneplaan gaat. Een ander deel van de riolering van de Birkstraat moet lopen via de Henriëtte Blaekweg naar de Ferdinand Huijck- laan. Men moet het onderhavige werk niet zien als een onderdeel van de riolering van de van Lenneplaan, doch als een onderdeel van de riolering van de Birkstraat. Mevrouw MUURLING-Voorthuismaar de riolering van de Birk straat is nog niet zover. De wethouder VAN ZADELHOFF: Daarvoor zal in een volgende raadsvergadering een krediet worden gevraagd. Mevrouw MUURLING-VoorthuisWorden de werken m de Birk straat en d e in de Henriëtte Blaekweg tegelijk uitgevoerd? De wethouder VAN ZADELHOFF weet niet of dit geheel gelijk zal kunnen lopen. Misschien kan mer een aannemer vinden, die beide werken te gelijk kan doen. Dit is nog moeilijk te zeggen. Het is in djt verband misschien goed erop te wijzen, dat de ge meente dit jaar wel enige beperkingen met betrekking tot de kapitaalswerken in acht zal moeten nemen. Aanvankelijk werd gezegd dat de leningsbevoegdheid van de gemeenten gedurende het tijdvak 1 november 1963 tot 1 november 1964 zou worden beperkt tot 91% van de in de periode 1 juli 1962 tot 1 juli 1963 aangegane leningen. Uit de pers heeft men echter reeds kunnen vernemen, dat de gemeente

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 41