1 8 maart 1964.
Wat betreft het positieve, dat de heer Berkelbach van der
Sprenkel naar voren heelt gehaald, merkt spreker op dat men natuurlijk altijd
kan zeggen: Wanneer je ergens tegen bent, stel dan ook een alternatief, Wan
neer men zich de bijeenkomsten var vóór 2 mei 1963 voor de geest haalt, moet
men consrateren dat bij toerbeurt ir. van Embden en ir Roorda van Eysinga
hebben gesproken over het structuurplan en de uitbreidingsplannen. Dit zijn toch
zaken waarvoor verschillende burgers eveneens belangstelling zullen hebben
Verder heeft men een inleider over middenstands zaken gehad. Naar sprekers
oordeel behoeft een dergelijke inleiding toch echt niet in een besloten kring te
worden gehouden. Voorts heeft men een inleiding gehad van een inspecteur van
het lager onderwijs Het komt spreker voor dat vele leerkrachten - en speciaal
jonge leerkrachten - naar deze inspecteur hadden willen luisteren. Zo kan. hij
nog v/el eens meer voorbeelden noemen van bijeenkomsten, waarvan niet direct
is in te zien de noodzaak om ze in besloten kring te houden.
Spreker geeft uiteraard grif toe, dat sommige zaken niet direct
in het openbaar kunnen worden besproken In één van de vorige raadsvergade
ringen heeft wethouder Van Zadelhoff toegezegd, dat wanneer belangrijke punten
in commissies van bijstand worden behandeld, de notulen daarvan aan de andere
commissies ter inzage zullen worden gegeven. Dit lijkt spreker een heel goede
oplossing
De VOORZITTER gelooft dat het goed is even in het kort de ge
schiedenis van deze aangelegenheid te releveren om daardoor ook te kunnen vast
stellen, waar men op het ogenblik staat. Er waren bijeenkomsten, meestal van
de commissie openbare werken en grondbedrijf en uitbreidingsplan, waarvoor
de gehele raad belangstelling had. Die bijeenkomsten werden daarom ook open
gesteld voor de raadsleden die geen lid van genoemde commissie waren. Daar
door ontstond de situatie, dat sommige raadsleden voor het bijwonen van deze
bijeenkomsten presentiegeld ontvingen, terwijl andere raadsleden geen presen
tiegeld kregen Dat was een onaangename situatie. In het seniorenconvent heeft
men zich afgevraagd hoe een bijeenkomst kan worden belegd, waarop ieder op
een gelijke manier aanwezig is In gezamenlijk overleg is toen de commissie uit
de bus gekomen, waartoe op 2 mei 1963 is besloten. Dat besluit is tenslotte door
de Kroon niet geldig verklaard.
Men is dus thans net zover als in begin mei 1963. Men zal zich
opnieuw moeten beraden over de vraag, hoe genoemd probleem, dat zich toch
in concreto voordeed, het beste kan worden opgelost. Spreker zal gaarne gevolg
geven aan het verzoek van de heer Berkelbach van der Sprenkel om hierover het
seniorenconvent nog eens bijeen te roepen, opdat dit zich op dit nog steeds onop
geloste probleem opnieuw kan beraden.
Spreker betreurt het dat deze gehele zaak in de pers toch wel
eenzijdig is belicht De gemeenteraad van Soest heeft te goeder trouw een oplos
sing gezocht voor een bestaand probleem In sommige van de persartikelen is
gesuggereerd, dat men met een zekere listigheid en handigheid de besprekingen
van de raad aan de openbaarheid zou willen onttrekken. Dat is geenszins de be
doeling geweest Dat staat ook niet in het Koninklijk Besluit, een besluit dat na
tuurlijk met grote zorg is geredigeerd. De daarin gebruikte woordkeuze en zins
wendingen zijn vanzelfsprekend niet toevallig. De samenstellers hiervan zijn zich
er van bewust geweest dat een Koninklijk Besluit als het onderhavige een zekere
rechtsvormer.de werking heeft
In dit Koninklijk Besluit vindt men allemaal stellige zinnen
"dat eveneens bij het besluit van voornoemde raad overeenkom
stig het voorstel van burgemeester en wethouders alle leden van de raad, met
uitzondering van de wethouders, tot leden van die commissie zijn benoemd;
"dat ook dit besluit in strijd is met het bepaalde in het 2e lid
van artikel 60 der gemeentewet;
"dat immers bij deze samenstelling niet kan worden gesproken
van een commissie zijner leden tot bijstand van burgemeester en wethouders;"