15 april 1964. zijn op het aantal samenwoningen en het aantal huwelijken. Hoe spelen dan de men sen die te Soest werken, doch er nog niet wonen, bij de toewijzing een ról? Soest neemt namelijk industrieèta opDit wordt min of meer gedirigeerd. Er hebben zich hier namelijk verschillende bedrijven gevestigd, die uit andere plaatsen moesten verdwijnen. De daarmede gepaard gaande woningbehoefte wordt niet opgevangen door de acht woningen, die Soest voor de industrie zijn toegewezen. In verband met de industrie wordt een veel groter beroep op de Soester woningmarkt gedaan. Telt het aantal ingeschreven woningzoekenden als zodanig niet mee voor de bepaling van het contingent? De wethouder LAN ZADELHOFF zou haast zeggen, dat men de stukken van het ministerie driemaal moet Lezen om te begrijpen, hoe men aan de verschillende getallen is gekomen. Hij vraagt zich echter af, of dit wel zo belangrijk is. Het contingent is weliswaar in zekere zin een vast gegeven, maar de huidige minister is wel bereid daarvan af te wijken, wanneer men een programma voor enige jaren voor efficiënte bouw heeft, waardoor een zekere voortgang in de bouw is gewaar borgd Het in verband met de industrie toegewezen aantal woningen is inder daad te weinig. Het is een beleidszaak voor het college om af te wegen, of voor de industrie benodigde mensen op een gegeven moment misschien voor moeten gaan boven samenwoningsgevallen van eigen ingezetenen. Men kan niet zeggen: Er zijn in verband met de industrie slechts negen woningen toegewezen; wij wijzen dus voor dit doel niet meer dan negen woningen toe. Het college zal hier moeten nagaan, wat het zwaarst weegt Mevrouw POLET-Musier merkt op dat in de circulaire wordt aanbevolen, het toegewezen contingent voor eigen inwoners en niet voor mensen van buitenaf te gebruiken. De wethouder VAK ZADELHOF F geloof t dat dit meer betrekking heeft op mensen, die geen economische binding met de gemeente hebben. Wanneer een indus trie mensen uit andere plaatsen nodig heeft, dan moet men die min of meer be schouwen als inwoners, althans als mensen die hier moeten wonen. Mevrouw POLET-Musier kan daarmede akkoord gaan. Maar zij vindt dan, dat dit tot uitdrukking moet komen in het toegewezen contingentHet aantal voor dit doel toegewezen woningen ié dan te klein. De wethouder VAK ZADELHOFF moet zeggen niet zo zwaar aan deze ge tallen te tillen. Soest komt er met deze toewijzing niet slecht af, in verhou ding tot andere gemeenten. Men kan zeker niet zeggen, dat het bouwvolume onrecht vaardig is verdeeld. Anderzijds gelooft hij dat men meer woningen toegewezen kan krijgen, indien men met, een verantwoord bouwplan komt. Spreker gelooft dat niet de vrees behoeft te bestaan, dat hetgeen het basiscontingent te boven gaat, later zal worden gekort. Hij meent integendeel dat het te boven gaan van het basiscontingent slechts stimulerend kan werken met betrekking tot het in de toekomst verkrijgen van een groter volume. De moeilijk heid is, dat de ene keer de samenwoningen als basis worden genomen en een volgen de keer een andere basis wordt genomen. Men werkt te dezen erg incidenteel en in zekere zin subjectief. Het stuk wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Brochure inzake de fluoridering van drinkwater van Dr. J.R. Jansma. Dit stuk wordt voor kennisgeving aangenomen. c. Schrijven d.d. 31 maart 1964 van A.P. Gaasbeek inzake de toewijzing van een woning met voorstel dit schrijven in handen te stellen van burgemeester en wet houders ter afdoening. De heer HILHORST stelt voor om, gelet op de in dit schrijven voorko mende zware insinuaties, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen, in plaats van het in handen te stellen van burgemeester en wethouders ter afdoening. De VOORZITTER merkt op dat dit schrijven de woningverdeling betreft, een zaak die volgens de wet aan buigemeester en wethouders ter behandeling is toe gewezen. Het voorstel dit schrijven in handen te stellen van burgemeester en wet houders ter afdoening, is dus overeenkomstig de wet. - 56 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 57