27 mei 1964.
De inwoners van De Zoom behoren ook bij Soest, hoewel ze zijn georiën
teerd op Den Dolder. De weg die naar Soest leidt is al jaren in dusdanige staat,
dat ze zich niet kónden oriënteren op Soest. Geen leverancier, geen dokter,
geen postbode was bereid die kant uit te gaan; de inwoners hebben zich daarom
helemaal op Den Dolder ingesteld.
Toen die overweg destijds door de Spoorwegen werd afgesloten, ontstond
de nare situatie dat deze mensen slechts via een grote omweg in Den Dolder kun
nen komen. Uit de correspondentie blijkt dat zowel het college als de Spoor
wegen hebben toegezegd om het stukje, dat aansluiting geeft op de Paduawegte
herstellen, waardoor deze mensen een goede verbinding zouden hebben met Den
Dolder
Blijkens de straks te behandelen voordracht, inzake de verbetering van
enige zandwegen, zal het stuk langs de Jesserunkazernevervolgens aansluitend
op het Berkenlaantje en over de beveiligde overweg richting Soest langs de
spoorlijn worden verbeterd. De financiële commissie heeft tegen de kosten daar
van enige bezwaren geopperd. Die verbetering is echter niet in de eerste plaats
urgent voor deze bewoners.
Misschien wil het college nog eens overwegen om alsnog van het stukje
van de overweg tot aan het goede stuk Paduaweg - dat ongeveer anderhalve kilo
meter lang is - de beloofde goede zandweg te maken.
Mevrouw POLET-Musler merkt op dat bij het eerste verzoek van de bewo
ners van De Zoom en omstreken, dat voor de raad ter inzage lag, een afdruk
van een brief van de Spoorwegen was gevoegd. Daarin werd deze mensen medege
deeld, dat met het gemeentebestuur van Soest was overeengekomen, dat die ver
betering zou worden tot stand gebracht. Op de datum waarop die brief werd ge
schreven, was er geen enkele reden om deze mededeling te doen.
De houding van deze mensen was daardoor natuurlijk anders; als men zo'n
mededeling van de Spoorwegen krijgt, praat men nergens meer over. Nu wordt de
gemeente Soest in feite in gebreke gesteld, dat zij haar belofte niet nakomt.
Voor zover de raad weet is zo'n belofte echter nooit gedaan. Wel is de voor
ziening waar het over gaat een keer ter sprake gekomen, maar deze bleek zo
mooi en zo duur te zijn, dat men er van heeft afgezien en de voorkeur heeft
gegeven aan de nu voorgestelde oplossing.
De vraag is echter hoe de Spoorwegen dit aan deze mensen hebben kunnen
schrijven.
De VOORZITTER veronderstelt dat de heer van Zadelhoff in dit verband
straks nog iets zal zeggen over het plan tot verharding van enkele zandwegen
Spreker wil er echter op wijzen, dat met de Spoorwegen hierover nooit
een overeenkomst is aangegaan. Voordat de Spoorwegen besloten de hulp van de
gemeente in te roepen tot het onttrekken aan het openbaar verkeer van enige
overwegen, heeft een uitvoerig overleg plaatsgehad. In dat vooroverleg hebben
de Spoorwegen voorgesteld om de beide overwegen in De Zoom aan het openbaar
verkeer te onttrekken, omdat die bijzonder gevaarlijk waren. Als compensatie
zouden knipperlichten aan het eind van het Berkenlaantje worden aangebracht.
Bij die bespreking is van gemeentewege de vrees geuit, dat dit voor de inwo
ners van De Zoom grote moeilijkheden zou opleveren en dat er misschien bezwa
ren zouden komen tegen die afsluiting. Toen is de mogelijkheid overwogen om
eventueel de weg aan de andere kant van de spoordijk aan te leggen als verbin
ding tussen het Berkenlaantje en de Paduaweg.
De zaak is geplubiceerd en niemand heeft bezwaar gemaakt tegen de ont
trekking aan het openbaar verkeer. Er is dus verder niet meer gesproken over
de weg aan de overkant, die slechts als een mogelijkheid was geopperd voor
het geval de zaak in het slop zou raken door grote bezwaren. In de overeen
komst met de Spoorwegen over de afsluiting van die vier overwegen komt niets
voor van de weg aan de andere kant. De verwachte moeilijkheden zijn toen niet
gekomen, zodat er geen enkele reden was om een dergelijke overeenkomst aan te
gaan. Nu komen de mensen achteraf met de moeilijkheden; zij hadden deze naar
voren moeten brengen voordat de raad besloot tot onttrekking aan het openbaar
verkeer
- 69 -