1 5 januari 1 964
chemicus van het bureau Dwars, Heederik en Verhey, die de gemeente ook
steeds adviseert ten aanzien van de chemische problemen met betrekking tot de
afvoer van het water op de riolering. Het resultaat hiervan kan zijn, dat de in
specteur voor de Volksgezondheid wordt ingeschakeld, die een en ander dan ver
der kan laten analiseren (hetzij door het T.N.O., hetzij door het Rijksinstituut
voor de Volksgezondheid).
De heer ORANJE vraagt of er bij het college bezwaren zijn om, wan
neer een oplossing is gevonden, de raad hieromtrent in te lichten.
De VOCRZITTER deeit mede dat hiertegen in het geheel geen bezwa
ren be staan
Hierop wordt het stuk gesteld in handen van burgemeester en wet
houders ter verdere afdoening.
d. Schrijven van de burgemeester van Soest d.d. 11 december 1963 inzake een
mogelijke samenvoeging van de politiekorpsen van de gemeenten Baarn, De
Bilt en Soest met voorstel dit voor kennisgeving aan te nemen.
De VOORZITTER deelt hierbij mede dat hij namens de K.V.P.-
fractie van de heer Hom het volgende schrijven heeft ontvangen:
"In de bladen heeft men kunnen lezen, dat het in het voornemen ligt, te komen
tot benoeming van een Commissaris van Politie over diverse gemeenten in de
omtrek
De K. VP-fractie meent te moeten constateren, dat in deze gemeente, welke
staat aangewezen om te worden een gemeente van groot formaat, dit geen voor
deel voor onze gemeente kan opleveren.
Tevens menen wij te moeten opmerken, dat de zelfstandigheid van het Soester
Politiekorps hiermede in het gedrang zal komen.
Aangezien onze fractie wel van oordeel is, dat u als Hoofd van de politie hierover
aan de Raad geen mededelingen behoeft te doen, zou onze fractie het toch zeer op
prijs stellen hierover van u iets meer te mogen vernemen."
De VOORZITTER kan met betrekking tot deze aangelegenheid niet
heel veel meer zeggen dan hij heeft gedaan in zijn schrijven d.d. 11 december
1963. Men zal uit deze brief hebben begrepen, dat er reeds geruime tijd bespre
kingen gaande zijn over deze eventuele samenvoeging van politiekorpsen tussen
de burgemeesters van de drie betrokken gemeenten, een vertegenwoordiger van
de minister van binnenlandse zaken, van de procureur-generaal en van de com
missaris der Koningin in de provincie Utrecht. Aangezien deze gehele materie
nog in studie was was het de wens van de betrokkenen dat hiervan naar buiten
nog niets zou blijken, om geen wilde geruchten en onrust te veroorzaken. Eind
november zijn de betrokken burgemeesters gemachtigd, aan de raad mededeling
te doen van het bestaan van het overleg; nog niet van de vorm waarin dit overleg
zich langzamerhand heeft ontwikkeld. Over de uiteindelijke vorm, die op het
ogenblik bij de minister van binnenlandse zaken in studie is, is nog geen enkele
beslissing genomen. De Raad van State zal hierover nog moeten worden gehoord.
Ten slotte zal er een wet moeten komen, die dus in de Kamer zal moeten worden
gebracht
Uit de brief van de heer Hom blijkt bezorgdheid. Men moet zich in
de eerste plaats realiseren, dat de eventuele samenvoeging niet geschiedt ter
wille van het principe dat men nu eenmaal gaarne samenvoegt. Zij zal eventueel
geschieden, omdat wordt verwacht dat door deze samenvoeging een positieve
winst kan worden verkregen, i.c. een beter functioneren van de politie.
De afstanden worden steeds kleiner. Wanneer men 7 h 8 km in de
richting van de Bilt rijdt, dan passeert men terreinen waarop drie verschillende
politiekorpsen bevoegd zijn. Het is dus denkbaar dat het voordelen heeft, om de
gebieden die door één politiekorps worden bestreken, te vergroten. Daarbij is
het van belang, dat enigszins gelijksoortige gemeenten samenwerken. Of er in
derdaad iets van zal komen, is, zoals gezegd, nog niet bekend.
Iedere samenwerking (i.c. samenvoeging) betekent het offer van
een stukje zelfstandigheid op het altaar van de samenwerking.