27 mei 1964.
Maar wat wil men als al voor de derde keer het hele gewas is vernietigd.
De VOORZITTER: Het gaat ten slotte maar om een betrekkelijk korte tijd.
Zodra die planten zich enigszins hebben ontwikkeld, mag men de duiven weer la
ten vliegen.
De heer HILHORST: Ik heb niet kunnen denken dat zoiets mogelijk was. In
minder dan geen tijd is een hele hectare gewas weg. Die duiven hebben geen be
hoefte aan de planten of de kool, maar er is een heel klein kiempje, dat blijk
baar lekker is. Dat is te vergelijken met een zandkorreltje. Nu, als je daar
voldoende van kan opnemen, kan je heel wat korreltjes bergen. En zo gaat het
door, hele rijen. De boeren hebben het politiebureau zowat plat gelopen.
De VOORZITTER: Het is merkwaardig. Vroeger is er ook wel schade ge-
wwest, maar nooit in die mate. Hoe komt het nu dat het dit jaar zo heelzwaar
is?
De heer HILHORST: Misschien hebben ze pas ontdekt dat het zo lekker
is! Voorheen was men bang voor kraaien; men nam daar wel maatregelen tegen.
Maar die duiven geven gewoon nergens om. Ze komen in zulke grote drommen, dat
als ze daar eenmaal bezig zijn geweest, je zo'n akker wel kan afschrijven.
De VOORZITTER: We zijn dus bezig. De waarschuwing was om de duiven-
houders in de gelegenheid te stellen zelf maatregelen te nemen.
De heer HILHORST: Als er geen verbetering komt, gebeurt het dan nog
deze week?
De VOORZITTER: Dan gaan we direct maatregelen nemen.
Hierna sluit de VOORZITTER, te 22.55 uur, de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 1964.
- 90 -