17 november 1965,
zoals hij vrijdagmiddag j.1. ook al in een vergadering van de commissie
openbare werken en grondbedrijf en uitbreidingsplan heeft gezegd, van mening
dat het gemeentebestuur van Soest, gegeven de uitspraak van de Kroon waarbij
de weg om de noord en het tracé over de Eng als vervallen zijn verklaard,
zich op geen enkele wijze mag binden aan, noch mag voortborduren op een eens
genomen besluit dat door de Kroon is vernietigd.
Wanneer het college stelt dat er ten aanzien van een weg of van
wegen op de Eng iets moet gebeuren in de naaste toekomst, dan is spreker dat
volledig met het college eens. Maar dat zou dan naar zijn mening in de eerste
plaats op gemeentelijk niveau moeten liggen.
Voorts meent hij dat men dan weer van voren af aan moet beginnen
en het beginsel- of principebesluit dat het college in het antwoord naar vo
ren brengt, opnieuw moet stellen als men bekend is met de feiten en dingen
die het college zich ten aanzien van het tracé voorstelt.
De VOORZITTER merkt op dat de kwestie van de Kroon alleen maar be
trekking heeft op het in het streekplan de Utrechtse Heuvelrug aangegeven
stukje geblokte tracering van een rijksweg die valt buiten de bebouwde kom.
Dat stukje met een geblokte lijn aangegeven tracé sluit natuurlijk wel aan
op een tracé door de bebouwde kom, maar het streekplan de Utrechtse Heuvel
rug bemoeit zich helemaal niet met de detaillering binnen de bebouwde kom.
Het geeft alleen maar een grens van een stedelijke bebouwingssfeer aan en
meer niet; het tekent daar dus ook geen wegen op. Binnen de stedelijke be
bouwingssfeer is het volledig een zaak van de gemeente en dat is altijd zo
geweest
Bedoelde geblokte lijn ging uit van een rijksweg, omdat destijds
de Rijkswaterstaat nog niet een uitgesproken mening had over het tracé van
de weg. De Rijkswaterstaat heeft hierover nu nog niet helemaal een uitgespro
ken mening, maar toch wel in meerdere mate dan toendertijd. Er is op het
ogenblik geen sprake meer van dat het een rijksweg is. Maar dat neemt niet
weg dat de raad van de gemeente Soest zich indertijd heeft uitgesproken
voor een weg over de Eng. Die weg zal te zijner tijd, als de raad geen an
der besluit neemt, moeten worden opgenomen in een plan in onderdelen van de
diverse delen van de bebouwde kom. Er is helemaal niet over gesproken, noe
die weg zou moeten lopen. Daarover kon ook niet worden gesproken bij het
streekplan de Utrechtse Heuvelrug; alleen daarom al niet, omdat de stedelij
ke bebouwingssfeer daarbij helemaal niet ter sprake komt. Het tracé van be
doelde weg, de breedte ervan enz. zijn zaken waarover de raad van Soest zich
later eens zou moeten uitsprekenSpreker hoopt dat men zich hiermede nu niet
behoeft te bemoeien. Er is dus inderdaad een uitspraak van de raad en daarop
kan worden voortgebouwd, totdat de raad zegt dat hij het er niet meer mee
eens is en een andere uitspraak wil doen. Zolang spreker dit geluid van de
raad niet hoort, neemt hij aan dat men toch wel in grote lijnen met deze
gedachte akoord gaat.
De wethouder HILHORST merkt op dat hij in de commissievergadering
van vrijdag j.1. de stellige indruk heeft gekregen, dat de heer De Bruin
zich volledig akkoord verklaarde met het antwoord van burgemeester en wet
houders en het destijds genomen besluit bevestigde.
De heer DE BRUIN: Dat heb ik nu ook.'
De wethouder HILHORST vervolgt dat de heer De Bruin wel heeft gesteld, dat
hij ten aanzien van bepaalde onderdelen gaarne nader zou worden geïnformeerd.
Na de commissievergadering van vrijdag j.1. zijn er blijkbaar andere argu
menten naar voren gekomen, argumenten die de heer De Bruin hebben doen be
sluiten, nu weer op dit onderwerp terug te komen.
De raad heeft indertijd de uitspraak gedaan, dat er zou moeten
komen een weg over de Eng. Daarbij werd gesteld, dat het niet uitgesloten
zou zijn, dat dat een rijksweg zou worden. Toen later aan de orde kwam de
aankoop van de aan de Torenlaan gelegen panden van Westerveld en Vellinga,
heeft spreker - hij neemt aan dat de toenmalige raadsleden zich dit nog wel
- 146 -