17 november 1965.
Spreker stelt de raad voor, ermede akkoord te gaan dat burgemeester
en wethouders in een volgende vergadering met een rapport hierover komen, waar
bij de vanavond vanuit de raad gestelde vragen hun antwoord vinden. Hij kan nu
wel op sommige van deze vragen ingaan, maar een afdoende beantwoording is nu
niet mogelijk, omdat er nog punten zijn waarover nog een beslissing moet wor
den genomen. Hij vindt het bepaald aanbevelenswaardiger, dat men als men over
deze zaak gaat discussiëren beschikt over de eindpapieren, zodat men van een
en ander precies op de hoogte kan zijn.
Men dient hierbij goed te bedenken, dat het garantiekrediet ad
3.000,-- was opgenomen in de begroting van de Sportstichting en dat de enige
rol die het college althans formeel, in dezen had, is dat het zich ermede ak
koord heeft verklaard, dat de in de begroting van de Sportstichting opgenomen
post ad 3.000,-- voor het op 5 mei 1965 door de Ruitersportvereniging Soest-
dijk" te organiseren concours-hippique werd bestemd, en dat het vervolgens, toen
bleek dat het nadelige saldo van dat concours-hippique zo groot was, heeft ge
zegd dat de 3.000,die daarvoor was uitgetrokken, daarvoor ook zou worden
gebruikt. Verder was het in eerste instantie natuurlijk helemaal een zaak van
de betrokken vereniging. Men heeft een concours-hippique georganiseerd, men
had een toezegging van een garantie en nadat de zaak was afgelopen heeft men
een beroep gedaan op de garantie, die vervolgens is uitbetaald. Daarnaast is
het onbevredigende - en daardoor komt deze zaak in de raad aan de orde -, dat
een evenement dat met medewerking van de gemeentelijke overheid, en daardoor
met een zeker officieel tintje, heeft plaatsgehad, tenslotte eindigt in een zo
groot nadelig saldo, met allerlei onaangename consequenties daaraan verbonden.
Dat maakt dat het college eigenlijk buiten zijn formele bemoeiingen hiermede
gaat treden, om een en ander verder te onderzoeken. Het college zal zich daar
bij moeten verstaan met de Sportstichting, want deze stichting heeft het con
tact onderhouden met de betrokken vereniging. Dit betekent dat de vraag of
deze vereniging een begroting heeft ingediend, een vraag is die door het col
lege wordt doorgegeven aan de Sportstichting. Het college zal ten aanzien van
de vanavond gestelde vragen voor een groot gedeelte bij de Sportstichting te
rade moeten gaan. Daarom lijkt het spreker beter, hierop nu niet verder in te
gaan en de raad xn een volgende vergadering een zoveel mogelijk afgerond beeld
van de gehele gang van zaken te geven.
De heer PIEREN zegt dat hij met de laatste woorden van de voorzitter
volledig akkoord gaat, doch dat zijns inziens hetgeen de voorzitter ten aanzien
van de verhouding met de Sportstichting heeft opgemerkt niet helemaal juist is.
Destijds is n.1. duidelijk afgesproken, dat er met de Sportstichting voorover
leg zou worden gepleegd over de organisatievorm van dit concours-hippique en
dat is niet gebeurd.
Voor het overige gaat spreker geheel akkoord met het voorstel dat de
voorzitter heeft gedaan. Niettemin zou hij graag willen ondersteunen het voor
stel van de heer Korte, dat alle gegevens, dus ook alle rekeningen, die betrek
king hebben op dit concours-hippique, ter inzage worden gegeven aan de finan
ciële commissie. Dit kan zonder meer van de betrokken vereniging wordt geëist.
De heer HOM: En daarna ook aan de raad, mijnheer de voorzitter!
De VOORZITTER lijkt het het beste, dat het rapport van het college over de ge
hele financiële gang van zaken in de financiële commissie wordt besproken. Deze
procedure wordt meer gevolgd ten aanzien van vragen. Dan komen alle gegevens
en wat er van bekend is vanzelf ter tafel en dan kan de financiële commissie
het college zelfs nog adviseren omtrent de beantwoording. Spreker gelooft dat
men aldus een zo bevredigend mogelijke procedure en een inzicht in de gehele
materie krijgt en stelt de raad voor, hiermede akkoord te gaan.
De heer KORTE vindt het prettig dat uit het antwoord van het college
en uit de gehele thans gevoerde discussie is gebleken, dat in dezen niet de
gemeente, doch de betrokken vereniging nalatig is gebleken. Er gaan al gauw
geruchten als: De gemeente heeft haar subsidie nog niet betaald en daarom kun
nen wij de leveranciers niet betalen.
- 151 -