17 november 1965.
De wethouder HILHORST: Daar heeft men destijds naar gestreefd, maar
dat is niet gelukt.
Mevrouw POLET-Musler gevoelt langzamerhand de behoefte, te verklaren
dat het advies van de commissie openbare werken betreffende het recht van voor
keur van de gemeente bij verkoop van deze woningen eigenlijk de resultante is
van eenzelfde gesprek als het gesprek dat de heer Westra nu in zijn eentje voert.
De leden van genoemde commissie vonden allen, dat het veel verstandiger zou
zijn, deze gemeentelijke bureaus onder te brengen in een gebouw dat geheel ei
gendom van de gemeente is en zij hebben dat van het begin af verstandiger ge
vonden. Op het moment dat Den Haag die oplossing onmogelijk maakte, waren de
voorbereidingen echter al te ver en het verlangen naar en de noodzakelijkheid
van deze bouwerij voor wat betreft de gemeente, te groot om de zaak uit te
stellen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
215(6) Voorstel tot onttrekking aan het openbaar verkeer van een gedeelte van de
Kostverlorenweg en een gedeelte van weg nr47.
De heer OLDENBOOM merkt op dat dit geheel in nogal juridische termen
is gesteld en verzoekt het college, hem zo mogelijk uit te leggen wat het pre
cies betekent.
De wethouder HILHORST: Dit voorstel? Het betekent dat er wegen aan
de openbaarheid worden onttrokken.
De heer OLDENBOOM: Wat wil dat zeggen? Wordt er een hek voor gezet?
Mag er niemand meer op? Wat zijn de juridische consequenties van dit geheel?
De VOORZITTER merkt op dat een openbare weg een weg is waarop rust
de last van openbaarheid, dat wil zeggen de last dat iedereen daar mag komen.
Valt deze last eraf, dan is de weg niet openbaar meer en kan men het publiek
hiervan weren. Er behoeft dan geen hek te worden geplaatst, maar men kan wel
een hek plaatsen. Dat hangt van de toevallige eigenaar af. De wegen, of zij
nu van een overheidslichaam of van een particulier zijn, kunnen openbaar of
niet openbaar zijn. Er zijn particuliere wegen die openbaar zijn; daarop moet
de particuliere eigenaar het publiek toelaten. Er zijn ook particuliere wegen
die niet openbaar zijn en dan behoeft de eigenaar het publiek daarop niet toe
te laten. Ook zijn er wegen van de overheid die niet openbaar zijn en die de
overheid dan kan afsluiten. Wanneer de raad besluit, wegen te onttrekken aan
het openbaar verkeer, dan wordt de eigenaar, ongeacht wie dat is, ontheven
van de last daarop het publiek toe te laten.
De heer OLDENBOOM dankt de voorzitter voor diens antwoord.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
216(7) Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de La-
ger-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de vereniging "De School met den
Bijbel" te Soest voor het aanleggen van een centrale verwarming in de Insinger-
school voor g.l.o.
217(8) Voorstel tot aankoop van grond, gelegen:
a. aan de Hartweg van J. Mulder;
b. aan de spoorlijn Den Dolder-Baarn van A.G. van Hees;
c. aan de Hartweg van J. van Esch;
d. nabij de Dorresteinweg van A.T. Slagter.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
e. aan de Steenhoffstraat hoek Dalweg van H. van Logtesteijn c.s.
De VOORZITTER deelt mede dat van de financiële commissie het volgende
advies is ingekomen:
"De financiële commissie gaat hiermede akkoord. Aan de bepaling
onder 1.3 ware toe te voegen, dat de belastingschade in overleg
met de betrokken inspecteur wordt vastgesteld."
Spreker deelt mede dat het college met deze toevoeging akkoord gaat.
Het voorstel wordt, met inachtneming van hetgeen hieromtrent door
de voorzitter is opgemerkt, zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
- 155