20 december 1965
verzorgingspeil hiermede niet teveel schade zal ondervinden. Met belang
stelling zien wij dan ook het toegezegde urgentieplan van u tegemoet.
Mijnheer de Voorzitter, hoewel uw college niet alles in eigen
hand heeft gehad, moeten we hier toch concluderen, dat er in het voorgaan
de jaar weinig bouw tot stand is gekomen. Voor de bejaardenflat Molenschot
is er nog steeds geen spade in de grond gezet, terwijl we toch allen de
overtuiging hadden, dat dit jaar tot de bouw zou worden overgegaan. Dit
geldt tevenswoor de bouw van het Soesterveen. De kaarten liggen hier niet
gemakkelijk, maar dat neemt niet weg, dat ook ten aanzien hiervan toezeg
gingen waren gedaan.
Uit de cijfers in uw aanbiedingsbrief bij deze begroting blijkt,
dat de woningbouw een aflopend karakter heeft. In het afgelopen jaar zijn
in het geheel geen woningwetwoningen gegund, hoewel een contingent van
200 woningwetwoningen daartoe was aangewezen. Het zal een ieder duidelijk
zijn, dat het niet tijdig realiseren in zulk een mate kan leiden tot
een achterstand in de productie van enige jaren, tenzij onmiddellijk door
middel van een forse aanpak van het bouwrijpmaken van de daartoe bestemde
terreinen de mogelijkheid wordt geschapen tot het voeren van een ook voor
deze gemeente expansief bouwbeleid, de gehele woningbouw omvattende.
In het verleden is gebleken, dat vergroting van de projecten
niet heeft geleid tot een snellere gereedkoming, hetgeen mede verband hield
met de beschikbare capaciteit van de enige desbetreffende bouwer, waardoor
de bouw meer het karakter kreeg van een meerjarig bouwplan. Derhalve zal
moeten worden overgegaan tot het opstellen van een bouwprogramma, uit te
voeren in meerdere naast elkaar lopende bouwstromen. Deze bouwstromen
dienen in de in onze gemeente heersende behoefte aan Woningwet-vpremie-
en ongesubsidieerde woningen te voorzien, waarbij zij om de eentonigheid
in de woningbouw te voorkomen over verschillende uitbreidingsplannen bin
nen het gemeentelijke grondgebied (waaronder ook te rekenen de in Soester-
berg te scheppen mogelijkheden) dan wel over verschillende gemeenten die
nen te worden geleid. Wat dit laatste betreft is intergemeentelijk over
leg in het belang van alle partijen geboden.
De tot deze bouwstromen te rekenen betere systeembouw dan wel
de ver doorgevoerde arbeidsbesparende bouw zal door de kortere bouwtijd
de aan deze bouw verbonden kosten van begeleiding en nacalculatie van de
bereikte arbeidsbesparing vanwege het lagere renteverlies tijdens een
zodanige bouw dienen te compenseren.
Naast de voordelen van een gelijkmatige productie, een sneller
gereedkomen en een groter verscheidenheid in type en vormgeving, zijn van
belang de ook voor deze bouw geldende contingentstoeslagen, waarbij een
aanvankelijke toeslag van 25% op grond van de tijdens de bouw geconstateer
de arbeidsbesparing aanmerkelijk kan worden verhoogd. Aangezien deze toe-
slggen uit de landelijke reserve worden verstrekt, behoeft geen beroep
te worden gedaan op de provinciale reserve. Dit zal ongetwijfeld het pro
vinciaal bestuur aansporen tot het verlenen van de grootst mogelijke me
dewerking met betrekking tot deze plannen. Een voorlopige schatting geeft
aan, dat voor circa 2.500 woningen ruimte beschikbaar kan komen, hetgeen
gerekend over een periode van 4 jaar tot een productie van ruim 600 wonin
gen per jaar dient te leiden. Aangezien vanzelfsprekend een dergelijk aan
tal gereed te komen woningen in 1966 niet is te verwachten, zal de produc
tie in de komende jaren zodanig moeten worden opgevoerd, dat tegen het
einde van de periode het totale aantal van 2.500 gereed te komen woningen
is veilig gesteld. Daartoe dient thans al, in 1966, met een voor onze ge
meente zeer forse aanzet van het bouwrijpmaken begonnen te worden. Gaarne
zijn wij als fractie bereid, hieraan onze medewerking te verlenen en hier
over van gedachten te wisselen.
Dit alles betekent, dat er voor de woningzoekenden in onze ge-
- 176 -