20 december 1965.
ding nog veel tot stand kan komen. Wij wensen u en uw college toe, dat
in het komende jaar alles naar wens mag verlopen. U kunt ervan verzekerd
zijn, dat de K.VP-fractie alles zal doen om dit mede te bevorderen.
Hartelijk dank, mijnheer de voorzitter, ook aan uw wethouders en ambte
naren voor de medewerking die wij steeds hebben mogen ondervinden.
Mevrouw POLET-Musier houdt hierna de volgende beschouwingen:
Mijnheer de voorzitter.' Wederom zijn wij bijeen om een begro
ting te behandelen. Nu wij enige ervaring hebben met de huidige regeling
van de financiële verhouding tussen rijk en gemeente, tekent dit zich
ook duidelijk af in de samenstelling van de begroting. In het verleden
was - en wij willen nadrukkelijk stellen: terecht - de begroting een op
somming van hetgeen de gemeenteraad zag als wenselijk voor de gemeente.
Nu wij echter weten waaraan wij toe zijn, hebben wij ook de plicht hier
mede rekening te houden. En wij zullen ons dan moeten gaan beperken, wat
betreft de hoeveelheid werk die wij gaan uitvoeren.
Dan komt onmiddellijk de vraag naar voren, wat zoal de taken
van de gemeente zijn. In de eerste plaats zijn dat die welke ons op
gelegd zijn, zoals de zorg voor het onderwijs, de politie en de verschil
lende vormen van sociale dienst. De gemeente krijgt hiervoor bijdragen,
maar die zijn niet altijd toereikend.
Het kleuteronderwijs heeft de gemeente altijd al een bijdrage
uit de algemene dienst gevraagd. Dit jaar voor het eerst moet er voor
het lager onderwijs en het u.l.o. een beroep op de algemene dienst wor
den gedaan. Ook het werk van de sociale dienst kan niet gefinancierd wor
den uit de toegekende bijdrage.
Wat de onderwijsmogelijkheden betreft, kunnen wij wel tevreden
zijn. Lager en kleuteronderwijs is er hier voldoende. Ook zijn hier ter
plaatse voldoende u.1o.-scholen. En er is lager nijverheidsonderwijs,
zowel voor jongens als voor meisjes.
Het aantal gymnastieklokalen wordt bepaald door het beleid van
de rijksoverheid. Wij zijn hierover ernstig verontrust. Evenals over het
grote aantal noodlokalen, dat noodgedwongen in gebruik moest worden ge
nomen
Zo langzamerhand komt er door de zich uitbreidende bevolking
toch wel behoefte aan pen plaatselijke middelbare school. Er moet nu steeds
gependeld worden naar Baarn, Hilversum of Amersfoort. Dit brengt extra
moeite en kosten voor de betrokken gezinnen met zich mee. Wij kunnen ons
dan ook niet aan de indruk onttrekken, dat er minder kinderen van het
middelbaar onderwijs profiteren dan wel mogelijk zou zijn. Dit is te be
treuren, vooral in verband met de verdere studiemogelijkheden. Nederland
moet, wil het zijn economische positie handhaven, hoog-gekwalificeerde
arbeid leveren. Daarom is in de eerste plaats nodig, dat ieder kind in
staat wordt gesteld die opleiding te volgen, die bij zijn aard en aanleg
past
Wat de sociale dienst betreft het volgende. Enige tijd geleden
werd er door de vakbonden ernstige kritiek geuit op de houding van ver
schillende gemeentebesturen ten opzichte van de hantering van de normen
van de Algemene Bijstandswet, alsmede op het gehele, ten aanzien van deze
materie gevoerde beleid. Hoewel wij aannemen dat Soest hierbij niet was
betrokken, zouden wij uw college willen vragen een en ander voor wat be
treft de plaatselijke situatie toe te lichten. In verband hiermede zou
den wij graag geinformeerd worden over het percentage der aanvragen om
bijstand, dat moest worden afgewezen. Bovendien vragen wij ons af, of
het niet wenselijk zou zijn de normen te publiceren, opdat ieder zijn
eigen rechten beter kan beoordelen.
Een van de in het oog springende zorgen is de zorg voor het
verkeer. Door de toenemende welvaart stijgt het aantal auto's. Helaas
- 178 -