p
20 december 1965.
Spreker is dankbaar voor de woorden van waardering die aan zijn
adres zijn gericht. Anderzijds meent hij dat het heel normaal moet worden
geacht, dat hij die iets aanvaardt, zich volledig geeft en datgene doet
wat degenen die hem hun vertrouwen hebben geschonken van hem verwachten.
Dit zou spreker echt niet mogelijk zijn geweest zonder de ruggesteun van
het college van burgemeester en wethouders en van de ambtenaren die het
college van voorlichting dienen. Hij is er zeer erkentelijk voor, dat zij
alles hebben gedaan wat van hen mocht worden verwacht om te zorgen dat
het belang van de gemeente door het vertrek van een der oudgedienden zo
weinig mogelijk schade heeft geleden.
Het is begrijpelijk dat van de zijde van altLe fracties is gewe
zen op de kwestie van de woningbouw. Er zullen dit jaar weinig woningwet
woningen beschikbaar komen. De laatste woningwetwoningen die in aanbouw
waren in Soesterberg, zijn nu bewoond. Gelukkig konden er dit jaar nogal
wat bejaardenwoningen en bouwkaswoningen worden gebouwd, maar toegegeven
moet worden dat het' er nu niet zo rooskleurig voorstaat. Ook het college
betreurt dit. Het college heeft vurig gehoopt dat de 86 aan de Engrand
geprojecteerde woningen allang in aanbouw zouden zijn, maar buiten de schuld
van het college hebben verschillende belemmeringen ertoe geleid, dat dit
project zelfs nog niet in de raadsvergadering van 15 december j.1. aan
de orde kon worden gesteld en dat waarschijnlijk pas in de raadsvergade
ring van februari a.s. tot de directe bouw van deze woningen zou kunnen
worden besloten.
Wat het Soesterveen betreft, gelooft spreker dat dit jaar is
gebleken dat er met voortvarendheid is gewerkt. Wanneer men de verschil
lende aankopen die dit jaar door de gemeente zijn verricht bij elkaar ziet,
schrikt men van de bedragen die hiervoor moesten worden geïnvesteerd. Ten
aanzien hiervan is in een zo hoog mogelijk tempo gewerkt, teneinde het
mogelijk te maken, dat zodra de desbetreffende plannen rond zijn, direct
met de bouw kan worden begonnen. Het college hoopt dat dit vroeg in het
voorjaar van 1966 het geval zal zijn. Het hoopt voorts dat dan zal kunnen
worden begonnen met verschillende bouwstromen, zodat mag worden verwacht
dat de geplande woningen binnen drie, hoogstens vier jaar zullen zijn ge
realiseerd. Bovendien is reeds de grondslag gelegd voor de verdere fasen,
om te bereiken dat men na het begin van de bouw in het Soesterveen gelei
delijk aan zal kunnen voortgaan.
Er is van de kant van de raad ook nogal aandacht geschonken
aan de wegen en daarbij is ook gewezen op het gemis van een urgentiepro
gram dat de raad het inzicht en de mogelijkheid biedt, te beoordelen of
hetgeen in de begroting voor afdoening in 1966 is opgenomen, overeenstemt
met de juiste volgorde. Dat men het vorig jaar (hij weet niet om welke
reden) is gestopt met het verstrekken van zó in program, betreurt spreker,
aangezien de raad zo'n program blijkbaar op hoge prijs stelt. Anderzijds
moet hij opmerken dat zo'n program in de practijk niet dat voordeel biedt,
dat men hiervan meent te mogen verwachten. De practijk heeft steeds uit
gewezen dat het voor een leek die bij tijd en wijle een inzicht krijgt
ten aanzien van allerlei onderdelen, niet eenvoudig is om waar te maken,
dat iets meer urgentie heeft dan er door gemeentewerken aan wordt toege
kend
Het college houdt wel degelijk rekening met de suggesties die
van de zijde van de raad worden gedaan; het gaat echt wel na of de sugges
ties moeten leiden tot het nemen van maatregelen. Dit geldt ook voor
wat betreft de Bartolottilaan. De gehele raad zal zich nog herinneren,
dat de heer Westra deze laan niet een weg, maar een hoepel noemde. Dit
is voor het college aanleiding geweest om ter zake een onderzoek in te
- 194 -