20 december 1965. lijke materie, waarover de gascommissie zich in twee harer vergaderingen uitvoerig heeft beraden. Spreker meent te weten, dat de beantwoording van deze vragen in de raadsvergadering van 19 januari a.s. zal plaatsvinden. Hij zal gaarne vernemen of dit inderdaad het geval zal zijn. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat het antwoord in ieder geval in de eerstvolgende raadsvergadering zal worden gegeven. Als antwoord aan mevrouw Polet deelt hij nog mede, dat het col lege, zodra mogelijk, met een uitvoerig rapport zal komen over de kwestie van de aardgasdistributie. De begroting van het gasbedrijf wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld Sociale Dienst. De heer PIEREN merkt op dat onlangs tijdens een congres uitvoe rig over de uitvoering van de Algemene Bijstandswet is gesproken. Daarbij zijn ontzaglijk veel klachten geuit. Met name werd geklaagd over de ge ringe publiciteit, die aan de bijstandsnormen wordt gegeven en over het feit dat de diverse gemeentebesturen verschillende normen hanteren. De wet gever heeft uitdrukkelijk gekozen voor de geïndividualiseerde bijstand, afgestemd op de omstandigheden en moeilijkheden van iedere persoon en ie der gezin (dus geen normatieve bijstand). Nu reeds blijkt de wet twee elementen te bevatten (waartegen indertijd in de tweede kamer uitdrukkelijk is gewaarschuwd)die de materiële positieverbetering van de bijstandbe- hoevenden in de weg staan. Die elementen betreffen: 1. De uitvoering van de wet door de gemeenten; 2. Het vasthouden aan het algemeen levensmiddelenpakket, dat ook de grond slag vormde voor de uitvoering van de vroegere Armenwet. Het blijkt duidelijk dat de gemeenten zeer afwijkende normen hebben vastgesteld. In de ene gemeente worden de normen vastgesteld, inclu sief de huur, maar exclusief kleding en premieziekenfondsenbesluitEen andere gemeente hanteert normen, exclusief de huur, maar inclusief kleding en premieziekenfondsenbesluit. En zo kan men doorgaan. Daardoor is met be trekking tot de bijstandsnormen een bonte lappendeken ontstaan. Die vertoont toch wel een zeer slechte samenhang met het sociaal-economisch niveau van deze maatschappij. In de memorie van toelichting op het ontwerp van de Algemene Bijstandswet heeft minister Klompé duidelijk gesteld: "Door de keuze van het begrip "noodzakelijke kosten van het bestaan" wordt de mogelijkheid geboden in elk geval een toereikende bijstand te verlenen, aangezien dit begrip evolueert in samenhang met het sociaal-economisch niveau van de maatschappi j Helaas moet worden geconstateerd dat dit bij de uitvoering van de Algemene Bijstandswet niet is verwezenlijkt. De Algemene Bijstandswet zal in dit opzicht dus nodig moeten worden herzien. Helaas is er zeer on voldoende jurisprudentie ten opzichte van deze wet. De wetgever zal met zeer stringente uitvoeringsvoorschriften moeten komen, teneinde deze wet - die nu een beetje in het voetspoor loopt van de Armenwet - de eer te ge ven, die zij toch wel verdient. Bij de algemene beschouwingen heeft mevrouw Polet gevraagd om publicatie van de bijstandsnormen. De wethouder heeft naar aanleiding daar van gezegd: Door alle perspublicaties stikt het van de misverstanden. Hij heeft van een bepaalde terughoudendheid doen blijken ten opzichte van het publiceren van de normen. De wet. houdt echter in, dat men de nodige voor lichting moet geven. Men kan wel zeggen dat dit individueel gerichte voor lichting is, maar uit de gestelde considerans van de wet proeft men, dat het een algemeen oriënterende ivoorlichting dient te zijn. Spreker wil dan ook met klem onderschrijven het verzoek van mevrouw Polet om de normen wel

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 212