28 april 1965.
Met betrekking tot vraag 3 zegt spreker te hopen, dat de be
trokken bewoner inmiddels zijn behang heeft gekregen. Een periode van
acht weken tussen de reparatie en het behangen is toch wel bijzonder
hinderlijk voor de betrokkenen.
Het antwoord op vraag 5 komt er in wezen op neer, dat de ver
antwoordelijkheid voor de huidige gang van zaken enigszins wordt ver
schoven naar de bewoners, omdat die niet ten volle willen medewerken.
Aan de ene kant is dit van de bewoners misschien niet juist. Aan de
andere kant kan spreker zich die houding toch wel indenken. Wanneer men
in augustus 1963 van de gemeente een woning krijgt toegewezen, waarvan
diverse muren reeds vóór kerstmis van dat jaar zijn gescheurd, waardoor
ook het behang is gescheurd, terwijl men in april 1965 nog steeds met de
ze gebreken zitdan is er wel enige grond aanwezig om wat opstandig
te worden.
Het betreft hier in het algemeen jonge gezinnen, die een nieuwe
inboedel hebben. Spreker vindt het zeer irreëel, dat nu wordt gesuggereerd
dat wanneer de bewoners van plan zijn te gaan behangen - volgens art. 19,3
van het huurcontract komt het behangen voor rekening van de bewoners -,
zij de gemeente moeten waarschuwen, want dan zal die eerst de scheuren
dichten. Spreker weet niet na hoeveel tijd een kamer opnieuw behangen
moet worden, maar men moet hier toch wel rekening houden met het feit,
dat het behang reeds na een paar maanden was gescheurd.
Gaarne ontvangt spreker een nadere uitleg van het college ten
aanzien van de volgende zin in het antwoord op de eerste vraag
Aangezien het gehele complex 240 woningen telt, kan uiteraard
niet iedereen tegelijkertijd worden geholpen."
De wethouder HILHORST zegt dat getracht is de vragen van de
heer De Bruin zo duidelijk mogelijk te beantwoorden. De gemeente is uiter
aard niet gelukkig met de situatie, waarin men met de betrokken woningen
is gekomen. Gelukkig is echter overeengekomen, dat de uit een en ander
voortvloeiende schade voor rekening van derden komt.
De heer De Bruin zal er begrip voor willen hebben, dat getracht
wordt de gebreken zodanig hersteld te krijgen, dat in de toekomst klach
ten uitgesloten moeten worden geacht. Daarvoor heeft men iemand aangetrok
ken, die dit doet op een wijze die iedereen bevredigt. Maar dat brengt
uiteraard mede, dat het herstel niet in alle woningen tegelijk kan geschie
den.
Het beroep op de bewoners om alvorens te gaan behangen de ge
meente te waarschuwen, is gedaan met het oog op de scheur bovenaan in de
rand. De praktijk wijst wel uit, dat wanneer de woningen twee jaar bewoond
zijn, het nodig is ze opnieuw te behangen. Men krijgt echter de indruk
dat bepaalde bewoners erop uit zijn ook het behangen door de gemeente te
laten geschieden. Het behangen komt echter voor rekening van de bewoners.
En daar moet men toch wel aan vasthouden.
De heer DE BRUIN blijft het onbevredigend vinden, dat de kosten
van het behangen geheel voor rekening van de bewoners komen. Er wordt
geheel voorbijgegaan aan het feit, dat de muren en daardoor ook het behang
reeds na twee, drie maanden waren gescheurd. Spreker gelooft niet, dat één
bewoner de gemeente wil vragen een kamer te behangen waarin geen scheuren
zijn. Het gaat per sé om de kamers waar reeds na een paar maanden de mu
ren en daardoor het behang zijn gescheurd. Voor die kamers willen de be
woners het behang vernieuwd hebben. Men kan dan niet stellen: na twee jaar
moeten de bewoners maar zelf voor het behang zorgen. Deze mensen zitten
al vanaf november 1963 met deze scheuren.
Geen antwoord heeft spreker gekregen op zijn vraag, wat moet
worden opgemaakt uit de volgende zin in het antwoord op de eerste vraag:
Aangezien het gehele complex 240 woningen teltkan uiteraard
niet iedereen tegelijkertijd worden geholpen."
- 61 -