28 april 1965. De wethouder H1LH0RST merkt op dat daar waar meer scheuren voorkomen dan alleen bovenaan, de zaak volledig wordt behangen. Dat is volkomen begrijpelijk, want dan moet er een volledige vernieuwing plaatsvinden. Dat alle woningen niet tegelijkertijd kunnen worden behandeld, heeft spreker reeds aangegeven. De heer DE BRUIN: Maar moet uit het desbetreffende antwoord worden opgemaakt, dat in alle 240 woningen scheuren voorkomen? De wethouder HILHORST: Neen, dat behoeft u er niet uit op te maken. De heer ELBERTSE informeert naar de plannen die de aannemer zou maken met het oog op het voorkomen van het verder optreden van scheur vorming. In een destijds plaatsgevonden bespreking werd als een van de oorzaken van de scheurvorming genoemd het feit, dat de onderbouw open is. Daardoor ontstaan te grote temperatuurverschillen. Het plan bestond de onderbouw op een of andere wijze dicht te maken. Daartoe zouden van de zijde van de aannemer voorstellen worden gedaan. Getracht zou worden te voorkomen, dat de onderbouw in de eerstkomende winter nog open zou zijn. Zit er enig schot in deze plannen? De wethouder HILHORST zegt dat dit punt de volle aandacht heeft Daarover zijn besprekingen gevoerd met de architect. Het college hoopt zo spoedig mogelijk plannen van de architect te krijgen, die een defini tieve oplossing geven. Verschillende ideeën zijn reeds uitgewerkt, maar die schijnen niet te realiseren te zijn. Het college hoopt dat zo spoe dig mogelijk voorstellen kunnen worden gedaan voor de bestemming van de onderbouw. De heer ELBERTSE: Heb ik het goed begrepen, dat de stukken bij de architect liggen om bekeken te worden? De wethouder HILHORST: De zaak is in behandeling bij de archi tect, die tevens onze stedebouwkundige is. De heer ELBERTSE: Zal de architect erop worden gewezen, dat het gewenst is, dat de onderbouw vóór de winter dicht is? De wethouder HILHORST: Ja. De vboRZITTER wijst erop dat het probleem niet is het dichtmaken van de onderbouw. Het probleem is het geven van een bestemming aan die onder bouw. De wijze waarop de onderbouw moet worden dichtgemaakt, hangt af van de bestemming die de onderbouw zal krijgen. De stukken worden aangenomen voor kennisgeving, d. K.B. d.d. 18 januari 1965, nr. 18, waarbij alsnog gedeeltelijk goed keuring is onthouden aan het uitbreidingsplan regelende de bestemming van gronden, gelegen nabij de 'Oude Tempel" te Soesterberg, met voor stel dit K.B. voor kennisgeving aan te nemen. De heer ELBERTSE zegt dat deze zaak voor Soesterberg werkelijk een ramp betekent. De bebouwingsmogelijkheden zijn daardoor n.1. zeer be knot - om niet te zeggen: afgesneden. Hij verzoekt het college een volgen de procedure in werking te stellen, maar dan met gebruikmaking van het plan in onderdelen voor dit terrein. De VOORZITTER zegt dat er al een plan in onderdelen was voor het gehele terrein. Dat moet nu worden aangepast aan de beperkte oppervlakte. De stedebouwkundige is reeds opgedragen het oude plan aan te passen aan de nieuwe situatie. De heer ELBERTSE heeft begrepen dat de stukken die bij de Kroon lagen, voor een groot deel gebaseerd waren op het plan in hoofdzaken. De VOORZITTER: Dat was het plan in hoofdzaken. Maar vooruit lopende op de beslissing van de Kroon is reeds een plan in onderdelen gemaakt, opdat onmiddellijk na een gunstige uitspraak van de Kroon verder zou kunnen worden gewerkt. Het college had eigenlijk verwacht, dat de Kroon het besluit van gedeputeerde staten zou vernietigen. Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. - 62 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 63