28 april 1965.
Wanneer dit nog niet is gebeurd, zal het dezer dagen geschie
den. Daar kwam nog bij, dat uit de tekening bleek, dat het toch nog
mogelijk was, dat op een bepaalde manier chroom in de riolering te
rechtkwam.
Komt er nu een oplossing, waardoor het onmogelijk is, dat er
chroom in het rioolwater komt, dan zou men wederom kunnen overgaan
tot aansluiting van het bedrijf op de riolering. Dan moet er echter
veel meer zekerheid worden gegeven dan thans het geval is.
Mevrouw POLET-MuslerBent u nu niet bang, dat de omwonenden
last van dit afvalwater zullen krijgen? Het bedrijf zal daar toch
ergens mee naar toe moeten.
De VOORZITTER: Dan zal men daarvoor voorzieningen moeten
treffen.
Mevrouw POLET-Musler: Het ligt al zo laag.
De VOORZITTER: Ja, maar dat kan nooit een argument zijn om het be
drijf toch maar op de riolering aan te sluiten.
Mevrouw POLET-Musler: Neen. Ik bedoel: Kunt u het bedrijf dan
niet beter sluiten? Of heeft u daartoe niet de bevoegdheid?
De VOORZITTER: Neen, die bevoegdheid hebben wij niet. Men
moet echter voorzieningen treffen, hoe dan ook. Wij hebben heel veel
geduld gehad. De door ons genomen maatregel is zeer ingrijpend. Wij
achten het echter niet verantwoord, het bedrijf zijn afvalwater op
de riolering te laten lozen.
De heer ORANJE zegt dat tegemoetkoming aan het verzoek van re-
questrant een gunstbewijs is. Is de stemming op het ogenblik wel zo,
dat er van gemeentewege aanleiding is dit bedrijf gunsten te verlenen?
De VOORZITTER zegt dat men als bestuurders heel erg moet oppas
sen, geen dingen door elkaar te halen. Ieder verzoek moet uitsluitend
op eigen merites worden beoordeeld. Tegen het onderhavige verzoek be
staat op zichzelf geen enkel bezwaar. Dat het bedrijf op ander gebied
de gemeente teleurstelt en moeilijkheden bezorgt, mag geen reden zijn
om een geheel daarbuiten staand en op zichzelf redelijk verzoek van het
zelfde bedrijf weigeren. Het zou een vermenging van bevoegdheden zijn,
indien men een dergelijk verzoek ging zien in het licht van heel iets
anders
De heer ORANJE zegt dat het wo ord "misbruik" hem wat ver gaat
Men zou kunnen verwachten, dat iemand die erop geattendeerd wordt,
dat hij in gebreke blijft, even wacht alvorens een verzoek in te die
nen om een bepaalde gunst te ontvangen. Voor spreker is hier sprake
van een vrijmoedigheid, die wel wat ver gaat. In het gewone menselijke
verkeer zou men dat niet erg waarderen. Waarom zou men dit in het
overheidsverkeer dan wel waarderen? Hoewel spreker de gedachtengang
van de voorzitter wel kan volgen, ziet hij toch ruimte om tot het be
trokken bedrijf te zeggen; Maak nu eerst maar eens je zaakjes voor
elkaar, voordat je met verzoeken aankomt. Het is dan niet een afwij
zing van het verzoek, doch een uitstel van de inwilliging van dat
verzoek
De VOORZITTER deelt de mening van de heer Oranje bepaald niet.
Zou men de gedachte van de heer Oranje volgen, dan worden verzoeken
die een zuiver zakelijk karakter dragen, in de persoonlijke sfeer
getrokken, al gaat het dan niet om een persoon, doch om een bedrijf
(een rechtspersoon). Of het nu een rechtspersoon of een particulier
persoon betreft, als overheid moet men de grootst mogelijke objec
tiviteit ten opzichte van ieder verzoek in acht nemen en dat verzoek
behandelen helemaal los van de verdere merites van de betrokken per
soon. Het verzoek moet uitsluitend worden beoordeeld op grond van de
merites van de zaak zelf. Anders komt men in een heel gevaarlijke
zone terecht
- 64 -