28 april 1965. Dit op grond van het feitdat de wethouders in zekere zin niet als raadslid de commissievergaderingen bijwonen, doch daarin uit hoofde van hun wethouderschap als voorzitter optreden. In de tweede plaats is hierbij een overweging geweest, dat de salariëring van de wethou ders van dien aard is geworden, dat eigenlijk niet meer kan worden gesproken van inkomstenderving ten gevolge van het bijwonen van com missievergaderingen. De heer VAN POPPELEN kan wel instemmen met het voorstel van de heer De Bruin om voor de wethouders het presentiegeld voor het bijwonen van commissievergaderingen te laten vervallen. Hij zou daaraan dan echter meteen willen verbinden het voorstel om gedepu teerde staten te adviseren de wethouderswedde te brengen op 15.000, zijnde het maximum van de voor een gemeente als Soest geldende normen! De VOORZITTER heeft begrepen dat de heer De Bruin geen voorstel, doch meer een suggestie heeft willen doen. Spreker wil die suggestie wel eens bekijken. Het lijkt hem het beste dit met het se niorenconvent te doen. Hij ziet in het bijwonen van commissievergaderingen door een wethouder nog altijd wel het element van inkomstenderving. Veel is hier natuurlijk afhankelijk van individuele situaties. Het betreft hier een algemene regeling. De bedoeling daarvan is te voorkomen, dat goede bestuurskrachten in de onmogelijkheid komen te verkeren - ge zien hun verantwoordelijkheid tegenover hun gezin - om wethouder te worden, tengevolge van het feit dat de wethoudersbeloning te gering is Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 85(9) Voorstel tot ruiling van grond, gelegen aan/nabij de: a. Molenstraat en Prins Hendriklaan met K.P. van Ingen. De heer WESTRA merkt op dat blijkens de ter inzage gelegde kaart de gemeente slechts kleine stukjes grond krijgt, terwijl de an dere partij een groter terrein krijgt. Onder Ig van het ontwerp-besluit komt een voorwaarde voor, die met de grondruiling als zodanig niets te maken heeftDe betrok kene vraagt dat de gemeente voor haar rekening neemt "het leggen van de huisleidingen van de riolering vanaf de zinkputten van de W.C. keuken en douche, gelegen achter het woonhuis en vanaf de zinkput aan de voorzijde van het woonhuis, alsmede het aansluiten van deze huis leidingen op het gemeentelijk riool." Spreker weet niet wat onder "huisleidingen" wordt verstaan. In de begroting van gemeentewerken is echter sprake van 'buisleidingen". Of dat hetzelfde is, weet hij niet. Wanneer hier bedoeld worden de interne leidingen van de douche naar de zinkput en van de zinkput naar de riolering, heeft spreker er be zwaar tegen die ten koste van de gemeente aan te brengen. Dit heeft n.1. totaal niets met deze grondruiling te maken. De wethouder HILHORST zegt dat het voorstel het resultaat is van onderhandelingen. Met het oog op de verbreding van de Molen straat hebben die onderhandelingen al langer geduurd dan wenselijk ware geweest. Uiteindelijk komt men dan tot elkaar. Ook spreker is het met alle onderdelen van het resultaat van onderhandelingen lang niet altijd eens. Wil men de grond echter langs deze weg in bezit krij gen, dan blijkt vaak dat toch aan de betrokken voorwaarden moet worden voldaan. Wil men daaraan niet voldoen, dan moet men een andere weg vol gen. Men is bezig een ander systeem uit te werken, waardoor het voor de betrokken ambtenaar wat gemakkelijker wordt opzichtige dingen weg te werken. Wil de raad het resultaat van de onderhandelingen niet accep teren, dan moet hij het risico van het instellen van een onteigenings procedure nemen. - 66 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 67