18 mei 1966 een van de voornaamste factoren van het nationaal-socialisme: de rassen waan. De rassendiscriminatie die op het ogenblik in verschillende delen van de wereld valt waar te nemen, spreekt vele jongeren heel sterk aan en spreekster gelooft eigenlijk, dat de jongeren dit hoe langer hoe meer als inhoud gaan zien en dat zij het gevoel hebben: Het is helemaal niet afgelopen in 1945, wij moeten vooral niet versagen en steeds waakzaam blijven, opdat deze ideeën niet weer de kop opsteken. Spreekster wil hiermede thans volstaan. Het komt haar voor dat een uitgebreidere discussie over de wenselijkheid van het wel of niet vrij af geven op de 5e mei wellicht vruchtbaarder kan worden gevoerd op het mo ment waarop het aangekondigde voorstel van het college inzake een herzie ning van het ambtenarenreglement aan de orde is. Zij is hierbij echter van mening, dat zolang bedoelde herziening niet heeft plaatsgehad, ambtenaren c die er prijs op hebben gesteld de 5e mei als een vrije dag gerealiseerd te zien, volkomen in hun recht staan. De VOORZITTER zegt dat het antwoord van het college op zich zelf wel duidelijk is. Toen het college heeft besloten om de middag van de 5e mei te laten doorwerken, is een lijn gevolgd die in de afgelopen jaren ook is gevolgd, in de laatste tien of vijftien jaar, in ieder geval sinds de regebing heeft bepaald, dat eens:in de vijf jaar de 5e mei met feestelijk heden en in de andere jaren zonder feestelijkheden zou worden herdacht. Het college heeft wel vrijaf gegeven - voor de gehele dag, hetgeen ook weer in strijd was met het ambtenarenreglement - op die dagen dat de 5e mei met feestelijkheden is gevierd. Dit jaar hebben enige ambtenaren zich op het standpunt gesteld, dat zij op 5 mei recht hadden op een vrije middag. Gelet op het ambtena renreglement, was dat inderdaad het geval. Daartegenover heeft het college een beroep gedaan op de ambtenaren ter secretarie om de middag van de 5e mei normaal te werken. Het college heeft daarbij gezegd: Praktisch ieder een werkt op deze dag door, want er is niets gezamenlijks te beleven aan de viering van de 5e mei. De feestelijke plechtige programma's die er op die dag zijn geweest, zijn in de avonduren afgewerkt, dus op een tijdstip waarop iedereen zijn werk had voltooid. Spreker zou het wat slordig vinden als het personeel van de gemeente Soest bij uitzondering vrij had. Hij had op de middag van de 5e mei toevallig een bespreking op een departementaal bureau in Den Haag en heeft geconstateerd, dat op dat bureau die middag normaal werd gewerkt Het beroep van het college om normaal te werken is door het se- cretariepersoneel in overgrote meerderheid beslist in zeer positieve zin, met begrip voor de motieven van het college, beantwoord. Gezegd kan worden dat het college in strijd met het ambtenaren reglement een beroep op het personeel heeft gedaan. Wat dit betreft, is spreker van mening dat wanneer men, zoals op het gemeentehuis het geval is, in een werkgemeenschap zit, centraal moeten worden gesteld de gezamenlijke verplichtingen die men heeft en de verantwoordelijkheid ten opzichte van het werk dat op iedereen rust. Dit betreft in zekere zin een kwestie van geven en nemen. Hij zou bijna willen vergelijken het verkeer tussen de mensen onderling die aan een bepaalde taak werken en het verkeer op de weg. Er zijn bepaalde verkeersregelen en ook bepaalde voorrangsregëls en spreker gelooft dat zeer vele ongelukken gebeuren, doordat men te veel op zijn recht staat. Zo gebeuren er ook in het onderlinge menselijke verkeer onge lukken, althans onaangenaamheden, wanneer men te veel op zijn recht staat. Men moet weten te geven en men moet weten te nemen, met begrip voor de werk situatie en voor de diverse verantwoordelijkheden. Daarom is het college er bijzonder erkentelijk voor, dat zijn beroep bijzonder positief is beant woord en dat men er toch wel begrip voor heeft gehad, hoewel het college 102

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 104