18 mei 1966.
De heer GRIFT vraagt hoe het staat met de waterleiding aan de
Dorresteinweg
De wethouder DE HAAN antwoordt dat nog niet officieel is goedge
keurd de baatbelasting die indertijd door de raad is aangenomen om te be
reiken dat in het complex waarin enige onwilligen zitten, een waterlei
ding zou kunnen worden aangelegd. Zodra deze belasting is goedgekeurd,
wordt onmiddellijk opgetreden. Wanneer de onwilligen alsnog zouden storten,
zou onmiddellijk kunnen worden opgetreden. Het wachten is nu op de goed
keuring door "Den Haag" om dit indien nodig afdwingbaar te maken, waarna
de aanleg onmiddellijk kan geschieden. Het college verwacht dat deze goed
keuring binnen afzienbare tijd zal afkomen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
103(9) Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet in verband met de ver- c
betering van de verkeerssituatie nabij de overweg in de Peter van de Bree^-
merweg
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
104(10) Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor het bouwen van een
aula op de Algemene Begraafplaats te Soesterberg.
De VOORZITTER deelt mede dat dit voorstel wordt aangehouden en
dat het de bedoeling is, dit punt aan de orde te stellen bij de begroting
voor 1967.
De heer WESTRA zegt dat hij naar aanleiding van dit voorstel iets
had willen vragen dat daarmede nauw verband houdt.
De VOORZITTER: Nu is uw kapstok weggevallen.
De heer WESTRA: Ja, daar komt het op neer.
Voortgaande zegt spreker dat er eind vorig jaar ten aanzien van de vaste
geldleningen der gemeenten een plafond is vastgesteld. Na verloop van enige
tijd, omstreeks het begin van december 1965, zijn de desbetreffende verde
ling van vaste geldleningen en het plafond vervallen verklaard en is op
grond van een crisisfaseregeling een contingentering van vaste geldleningen
vastgesteld, waarbij de gemeentelijke kapitaaluitgaven kritisch zullen moe
ten worden bekeken door gedeputeerde staten en het betrokken ministerie.
Spreker weet niet wat deze regeling precies inhoudt. Hij gelooft dat dit
ook voor velen van zijn mede-raadsleden geldt. Is het niet mogelijk dat het
college in een nota een uiteenzetting daaromtrent geeft Daaraan zou dan
kunnen worden vastgekoppeld een investeringsplan 1966. Daaruit zou kunnen
blijken, welke uitgaven voor dit jaar zijn bedoeld en welke prioriteiten
volgorde naar het oordeel van het college moet worden aangehouden.
De VOORZITTER deelt mede dat sinds december de volgende situatie
bestaat. Ieder kapitaalwerk waartoe door de raad wordt besloten en dat
door gedeputeerde staten moet worden goedgkeurd, kan niet worden goedge
keurd als daaraan niet verbonden is óf het feit dat de gemeente het kapi
taal voor de uit-voering reeds beschikbaar heeft óf de mogelijkheid om
daarvoor een lening te verkrijgen. Met betrekking tot het verkrijgen van
leningen kan de gemeente geen eigen initiatieven meer nemen. Deze zaak is
geconcentreerd bij de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Met betrekking tot
de vraag aan welke gemeenten en voor welke bedragen gelden uitgeleend moe
ten worden, krijgt de Bank voor Nederlandsche Gemeenten aanwijzingen van het
ministerie van binnenlandse zaken. Alle raadsbesluiten met betrekking tot kre
dieten waarvoor een lening nodig is, worden door gedeputeerde staten - in
dien zij in beginsel met de uitvoering van het werk akkoord gaan - doorge
stuurd naar het ministerie van binnenlandse zaken. Daardoor ontstaat er
bij het ministerie van binnenlandse zaken een vrij grote opstapeling van
projecten, waarvoor geld nodig is. Onze ervaring hiermede is - aldus spreker -
dat nog voor geen enkel werk een lening is afgekomen. Er treedt derhalve
106