15 juni 1966. Zij verzoekt het college om zo mogelijk het beleid zodanig te voeren dat deze mensen nadat de gemeente de eigendom van deze percelen heeft verwor ven, zolang mogelijk de gelegenheid wordt gelaten om van deze grond gebruik te maken. Spreekster heeft het volste begrip voor een goede voorlichting door de pers over alles wat er in de raad omgaat. Zij zou het erg plezie rig vinden als niet alleen de stukken die de raad worden toegezonden, breed uitgemeten in de krant komen, doch dat ook de verslagen van de raadsver gaderingen en iets uitgebreider en iets nauwkeuriger in de krant zouden komen. Zij vindt echter dat de openheid die ten aanzien van het onderha vige stuk is betracht, toch wel iets te ver gaat. Zij vindt het n.1. niet nodig, dat in dekrant staat dat de bij deze zaak betrokkenen wel of niet in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Dat is haars inziens niet iets dat het grote publiek aangaat De VOORZITTER heeft de indruk dat de door mevrouw Polet- bedoelde eigenaars een beetje zijn overvallen door de onderhavige onteigeningsvoor dracht. Het college zal deze eigenaars een uitvoerige brief schrijven (welke brief al gereed is) om een beetje uit de doeken te doen hoe het alle maal zal gaan en ook om wat dit betreft een parallel te trekken met de ont eigening in het Soesterveen I, waartoe de raad in 1964 heeft besloten, waarmede men thans bezig is, ten aanzien waarvan de afwikkeling plaatsheeft met heel veel voorzichtigheid en met veel begrip voor de betrokkenen, en ten aanzien waarvan het college tot nu toe nog geen enkele klacht heeft bereikt. Hierbij wordt getracht de betrokkenen zolang mogelijk de beschik king te laten houden over de terreinen die zij nu ter beschikking hebben. De heer HOM zegt dat hij door verschillendefoewoners van de Dorresteinweg is benaderd, die nog nooit een verzoek hebben gekregen om hun aldaar gelegen terrein aan de gemeente af te staan. Vroeger kwamen onteigeningskwesties eerst aan de orde in een besloten raadsvergadering, maar tegenwoordig komen zulke zaken eerst in de pers en pas daarna in de raad. Spreker vindt dit zeer onaangenaam voor de betrokkenen. De betrokken bewoners van de Dorresteinweg hebben nu in de krant moeten lezen dat hun grond zal worden onteigend, terwijl hun daarvan op andere wijze nog niets bekend was gemaaktUit hetgeen de voorzitter lieeft gezegd over de brief die aan betrokkenen zal worden gezonden concludeert spreker, dat het col lege reeds zelf heeft geconstateerd dat er wat dit betreft iets scheef zat. De VOORZITTER zegt dat wethouder Hilhorst dadelijk zal uiteen zetten dat er geen fout is gemaakt. Spreker heeft er begrip voor dat de onderhavige zaak de mensen heeft overvallen, dat zij er niet bij hebben stilgestaan dat het zo zou lopen. Hij gelooft dat het in het kader van een behoorlijke communicatie tussen gemeentebestuur en inwoners der gemeente, goed is dat de zaak nog eens uitvoerig uit de doeken wordt gedaan. De heer HOM wijst erop dat in het voorgelegde ontwerp-besluit staat: "dat zij er niet in geslaagd is de in het dictum van dit besluit aangegeven percelen in der minne in eigendom te verkrijgen". Dit doet spreker opmerken: Als er nooit een gesprek heeft plaatsgehad, kan men deze grond ook nooit in der minne, in eigendom verkrijgen. De wethouder HILHORST zegt dat er sprake is van een misverstand. Alle bij de onderhavige onteigening betrokken eigenaars is n.1. schrifte lijk bericht, dat deze onteigening zal plaatsvinden. Maar dit is helaas air een paar jaar geleden gebeurd en daardoor zullen de betrokkenen hier bij nu niet meer hebben stilgestaan. Spreker meent overigens dat men begrip moet hebben voor de situatie waarin de gemeente verkeert: Wie ziet hoeveel grondaankopen er het vorige jaar hebben plaatsgehad, zowel in verband met de woningbouw als in verband met de aanleg van wegen, zal constateren dat er heel wat werk is verzet en dat het heel begrijpelijk is, dat men niet 123

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 124