13 juli 1966. vraag zijn of de gemeente de bij deze aankopen verschuldigde koopsom men zal kunnen voldoen. Spreker zou dan ook graag zien dat vanwege het college deze soort van aankopen werden getemporiseerd dan wel achterwege bleven onder de huidige omstandigheden, omdat de nuttigheid van deze uit gaven misschien pas over 10 of 15 jaar vruchten zal afwerpen. Een gulden kan maar één keer worden uitgegeven en iedere gulden die door deze aanko pen wordt vastgelegd, kan niet elders worden gebruikt, hoe zeer dat ook gewenst kan zijn. Voorstel llf' betreft de bouw van twee noodlokalen, waar voor ook een bedrag nodig is. Een dergelijke zaak acht spreker dringender en noodzakelijker dan de aankoop van bepaalde percelen in het kader van een nog niet bestaand bestemmingsplan. De raad heeft onlangs kredieten verleend voor de verbouw van de arrestantenlokalen in het politiebureau. Dat zal ook moeten worden betaald. Hetgeen volgens een krantefcericht in een andere Nederlandse gemeente is geschied zou spreker niet graag in 3oest zien gebeuren, maar zolang de arrestantenlokalen hier niet zijn verbouwd bestaat de mogelijkheid, dat het hier wel gebeurt. Hij dringt er op aan dat op korte termijn wordt gestopt met die aankopen van terreinen en gronden, welke niet direct nodig zijn voor het in uitvoering brengen van het plan Soesterveen I. De wethouder HILHORST heeft begrepen dat de heer Westra geen bezwaar heeft tegen de aankoop die op dit moment aan de orde is. De heer WESTRA: Daar kan ik geen bezwaar tegen maken, want deze zaak is in een te ver-gevorderd stadium om haar nu nog te torpederen. De wethouder HILHORST constateert dat de heer Westra bij wijze van algemene waarschuwing heeft gezegd, dat als de financiële middelen beperkt zijn, slechts urgente aankopen moeten geschieden en niet zo urgen te aankopen moeten worden getemporiseerd. De practijk heeft echter geleerd, dat het voor de gemeenschap grote voordelen heeft als men tracht de nodige gronden tijdig en langs minnelijke weg te verwerven. Wet de moeilijke hui dige financiële omstandigheden, die ook in een vorige raadsvergadering ter sprake zijn gekomen, is men vooral vandaag geconfronteerd, maar spre ker gelooft dat men zich daardoor met name voor wat betreft de aankoop van gronden waar straks riolering zal moeten plaats hebben, niet meet la ten leiden. De gemeente wordt nu in de mogelijkheid gesteld allerlei grond aankopen te doen. Men kan vooruit weten dat het de gemeente over enkele jaren veel meer zal kosten als deze aankopen nu niet plaatsvinden en men over enkele jaren te maken krijgt met de onmogelijkheid van aankoop en de noodzaak tot onteigening. Spreker is de overtuiging toegedaan, dat men zich, rekeninghoudende met noodzakelijke ontwikkeling van de gemeente, niet moet laten leiden door een momentopname waarbij blijkt dat de finan ciële situatie wat moeilijk is. In 1956 heeft men ook gedacht dat het in de toekomst met de financieringen minder goed zou gaan Toen heeft zich gelukkig een herstel voorgedaan. Laat men hopen dat dit ook nu het geval zal zijn. Als de raad besluit tot aankopen zonder dat er sprake is van urgentie en de mogelijkheden van realisering in financieel opzicht niet aanwezig zijn, dan vreest spreker dat gedeputeerde staten, die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de goedkeuring van die besluiten, wel dienover eenkomstige maatregelen zuilen nemen. Hij zou het echter in hoge mate be treuren als men als gemeentebestuur, afgaande op de financiële toestand van dit moment, reeds bij voorbaat van deze aankopen zou afzien. De heer WESTRA zegt dat de heer Hilhorst spreekt van een moment opname, doch dat men verwacht dat de moeilijkheden minstens twee jaren zullen duren. Bekendgemaakt is dat er wat 1967 betreft ten aanzien van de kapitaaluitgaven en zelfs ten aanzien van de gewone uitgaven ten behoeve van de dagelijkse gang van zaken grote beperkingen nodig zullen zijn. Men verwacht niet dat een herhaling van de toestand van 1955/56 zal plaats hebben, In een gisteren gepubliceerd SER -rapport wordt er op gewezen - 138 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 139