31 augustus 1966. heen. Dat is een heel zwak punt in het rekest. De wethouder HILHORST zegt dat wanneer de betrokkenen indertijd hun bezwaren hadden gehandhaafd, dit zou hebben betekend dat ingevolge de daarvoor benodigde procedure de realisering van de bouwplannen enkele jaren had moeten worden uitgesteld. Het was voor de bouwer derhalve van het aller grootste belang de procedure ingevolge artikel 20 van de Wederopbouwwet zo snel mogelijk goedgekeurd te krijgen. Met het oog daarop is hij met de men sen gaan praten. De betrokkenen waren toen bereid hun bezwaren te laten val len, indien hun woningen werden gerepareerd en zij grond voor hun achter tuinen kregen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van de voorzitter be sloten de stukken voor kennisgeving aan te nemen en adressanten mededeling te doen van de motieven die tot dit besluit hebben geleid. c. Koninklijk Besluit van 7 juli 1966, nr. 48 waarbij alsnog goedkeuring is verleend aan het uitbreidingsplan Soestdijk N.W. II. Dit stuk wordt voor kennisgeving aangenomen. d. schrijven d.d. 30 juni 1966 van de directeur van gemeentewerken inzake de aanleg van riolering etc. in bestaande wegen, met voorstel dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. De heer VAN POPPELEN vraagt zich af of vooral ten noorden van de hoofdweg het rioolstelsel wel aan alle eisen voldoet. De Eng wordt steeds verder bebouwd en er komen steeds betere wegen. Dit heeft tot gevolg dat bij vrij grote regenbuien het water in korte tijd van de Eng via het riodL naar de Lange Brinkweg en Stadhouderslaan gaat. De putten kunnen dit niet verwerken. Vuil water komt naar boven en er vinden overstromingen plaats. Men kan de zaak natuurlijk niet ophangen aan twee abnormale stortbuien, die in juli hebben plaatsgevonden. Wanneer men echter hoort dat de riolering deze zomer reeds 5, 6 maal het regenwater niet heeft kunnen verwerken, dan rijst de vraag of de capaciteit wel voldoende is en of er destijds niet een verkeerde berekening is gemaakt. Van landbouwzijde hoort men voorts de klacht, dat bij vrij grote regenval de riolering het water niet kan verwerken en dat dan vrij veel water op de landerijen komt. Misschien kan ook hieromtrent opheldering worden gegeven - b.v. via de pers -, zodat de mensen weten waar aan zij toe zijn. De heer WESTRA merkt op dat het thans gaat om een schrijven van de directeur van gemeentewerken, bevattende een bepaald tijdschema voor de aanleg van riolering. Het college stelt voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Uiteindelijk betreft het hier toch niet meer dan een medede ling als zodanig? Daaraan zijn toch geen consequenties verbonden? Het schema is toch niet bindend? Anders zou het een voorstel van burgemeester en wet houders moeten zijn. Bovendien is het kaartje dat bij de stukken ter inzage is gelegd, niet erg duidelijk. Het kaartje geeft wel een totaal indruk, doch het is niet mogelijk daaruit af te leiden: Zo en zo gebeurt het. Is het niet mogelijk de totale riolering van Soest in een zodanig tempo af te werken, dat de vele klachten die er nu zijn, worden opgeheven? Zou het mogelijk zijn een en ander in een kortere tijd af te werken dan de door de directeur van gemeentewerken aangegeven 5 jaar, dan zou dat door iedereen worden gewaardeerd. De wethouder HILHORST zegt dat de opmerking van de heer van Poppe- len beter bij het volgende ingekomen stuk had kunnen worden gemaakt. Spreker uit zijn grote waardering voor de leden van de vrijwillige brandweer en voor het personeel van gemeentewerken, die in de periode van watersnood zich volledig hebben ingezet. Bedoelde weersomstandigheden hebben nogal wat problemen opgeroe pen, waardoor men zich ging afvragen: Is de riolering wel goed? Men moet - 156 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 157