31 augustus 1966.
zich echter wel realiseren, dat in de maand juli 199 mm regenwater is ge
vallen, hetgeen sinds 1834 niet was voorgekomen. En in het betrokken ge
bied heeft men zelfs 324 mm regenwater gehad, waarvan de hoofdmoot is ge
vallen op één dag, namelijk op 14 juli. Het is volkomen begrijpelijk dat
een dergelijke regenval problemen oproept, die door een normale voorzie
ning nooit kunnen worden voorkomen. In 1896 is de spoorweg aangelegd. De
treinenloop moest ditmaal worden stilgelegd, omdat de spoorlijn over een
grote afstand in een rivier was veranderd. En dat gold niet alleen voor
het gedeelte bij Eng II, maar ook voor het gedeelte bij Eng I, die nog
net zo kaal is als in 1896.Hieruit blijkt wel dat men met volkomen abnor
male weersomstandigheden te maken had.
Daar komt bij dat het rioolstelsel nog geheel niet af is. Er
moeten nog diverse gedeelten worden ingelast. Zolang het rioolstelsel
niet is afgerond, blijven er moeilijkheden, vooral met betrekking tot de
overstorten. Indertijd heeft de raad een krediet gevoteerd voor het maken
van een grote overstort bij de Van Lenneplaan, teneinde het water in
Soest-Zuid bij abnormale regenval te kunnen verwerken. Toen de kosten voor
deze overstort waren gemaakt, bleek dat er moeilijkheden gingen ontstaan
met het waterschap. Er waren ingelanden die weigerden het water te ontvan
gen en die daarbij in hun recht bleken te staan. Dat heeft tot gevolg ge
had, dat bedoelde overstort niet het werk heeft kunnen doen waarvoor zij
bedoeld was. Er is toen een noodverlenging gemaakt naar de Peter van den
Breemerweg. Dat betekende echter het niet goed functioneren van de over
stort. Bij grote regenval komt het water terecht in het hoofdriool van de
Lange Brinkweg. Dat riool is daardoor tijdens bedoelde weersomstandigheden
tjokvol geworden. Er kon geen liter water bij. Het gevolg is geweest dat
het rioolwater een andere weg is gaan zoeken dan die via het rioolstelsel.
Het water is via wegen en huizen naar de lager gelegen gebieden gestroomd.
Wanneer straks de verbinding met het riool in de Korte Kerkstraat wordt
tot stand gebracht, mag worden verwacht dat dit euvel zal zijn opgeheven.
Met betrekking tot de waterafvoer moet innig worden samengewerkt met het
waterschap. Daarmee is men op het ogenblik bezig. De Heidemij. is opdracht
gegeven een plan uit te werken, dat bedoeld is voor de waterbeheersing van
de betrokken landerijen, maar dat ook dienstbaar zal worden gemaakt voor
de hoger gelegen gebieden. Wanneer dat plan wordt gerealiseerd, worden ver
schillende overstorten gemaakt die allemaal leiden naar een gemaal. Daar
door zullen zowel de gemeente als de landbouwers van de wateroverlast zijn
verlost. Dit alles vraagt tijd en geld. Spreker hoopt en verwacht dat dit
plan heel spoedig aan de orde zal komen. Met name voor de landbouw is de
wateroverlast zeer erg geweest. Men moet zich maar eens voorstellen wat
het betekent, indien men in sommige gevallen twee meter water op zijn lan
derijen krijgt te staan. Dat water is daar ongeveer drie weken blijven staan
En die wateroverlast voor de landbouw is een gevolg van de steeds verder
gaande bebouwing.
Men zal echter begrepen hebben, dat bij weersomstandigheden als
die welke zich deze zomer hebben voorgedaan, wateroverlast niet is te
voorkomen. Een rioolstelsel dat dergelijke weersomstandigheden kan opvan
gen, is eenvoudig niet te betalen. Wanneer het huidige rioolstelsel volle
dig is afgerond, dan kan worden verwerkt al hetgeen normaal kan worden ver
wacht. Bij abnormale weersomstandigheden bieden de overstorten dan een
waarborg, dat men bij de Stadhouderslaan niet meer die moeilijkheden zal
ondervinden als die welke zich deze zomer hebben voorgedaan.
De heer VAN POPPELEN is dankbaar voor het door de wethouder
gegeven antwoord.
De VOORZITTER zegt als antwoord aan de heer Westra, dat de op
gave van de directeur van gemeentewerken een programma is. Daarover kan
ieder jaar worden gesproken. De heer Westra heeft de hoop uitgesproken,