31 augustus 1966. dat dit programma in kortere tijd kan worden uitgevoerd dan staat aangegeven. Op het ogenblik ziet het er echter naar uit, dat die uitvoering langer zal duren. Dit jaar is er namelijk al een geweldige vertraging opgetreden. Hierna wordt het stuk voor kennisgeving aangenomen, e. schrijven d.d. 15 augustus 1966 van een aantal bewoners van de Stadhou derslaan inzake wateroverlast, met voorstel dit stuk in handen te stel len van burgemeester en wethouders om advies. De wethouder HILHORST deelt mede dat getracht is om met betrekking tot de Stadhouderslaan overlast te voorkomen, zelfs wanneer zich omstandig heden voordoen als die van deze zomer. De putten in de Stadhouderslaan zijn dichtgeklemdUit het riool kan het water dus niet meer naar boven komen. De sloot is gereinigd. Spreker zou niets liever zien dan dat de bewoners van de Stadhouderslaan er toe zouden overgaan hun voortuinen zodanig op te hogen, dat bedoelde sloot/volledig tot het verleden zou kunnen gaan behoren. Dat is in het belang van de volksgezondheid. Er wordt namelijk nogal eens iets onrechtmatigs in die sloot gedeponeerd. Hierna wordt het stuk gesteld in handen van burgemeester en wet houders om preadvies. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEDineent dat er nog een ingekomen stuk is. Volgens zijn inlichtingen is dat stuk op 22 augustus gedateerd. Gisteravond bevond dat stuk zich echter nog niet bij de ingekomen stukken. Wanneer een brief aan de raad wordt gezonden, duurt het dan langer dan 10 dagen, voordat zij burgemeester en wethouders bereikt? De VOORZITTER zegt dat stukken die zijn ingekomen op het moment dat de raadsagenda uitgaat, op de lijst van ingekomen stukken wordar vermeld. Een stuk moet dus een dag of tien vóór de raadsvergadering zijn binnengeko men om op de lijst van ingekomen stukken te worden opgenomen. Spreker weet uiteraard niet op welk stuk de heer Berkelbach van der Sprenkel doelt. Hij wilde zojuist voorstellen nog een ingekomen stuk te behandelen, welk stuk op 22 augustus is verzonden en op 24 augustus is ingekomen. De raadsleden kennen het stuk nog niet. Het moet daarom voorge lezen worden. Dat is een wat vervelende gang van zaken. Het heeft echter niet veel zin het stuk tot de volgende raadsvergadering aan te houden, om dat de adressant dan een antwoord als mosterd na de maaltijd zou krijgen. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL: Betreft dat stuk de Koningin- nelaan? De VOORZITTER: Ja. De heer BERKELBACH VAN DER: SPRENKEL: Daar doelde ik inderdaad op. Voortgaande zegt spreker de voorzitter dankbaar te zijn voor de nadere instructie. Hij begrijpt de fout te hebben gemaakt, te menen dat met betrekking tot de ingekomen stukken eenzelfde handelwijze mogelijk is als ten aanzien van andere agendapunten, ten opzichte waarvan men wel een aan vullingsagenda krijgt. Soms wordt een voorstel zelfs nog ter vergadering ingediend. Ingekomen stukken kunnen een dergelijke weg blijkbaar niet bewan delen.' Ingekomen stukken hebben blijkbaar een rijpingsperiode nodig.' De VOORZITTER merkt op dat de ingekomen stukken eenzelfde behande ling krijgen als de andere stukken. Het kan echter wel eens zijn, dat een bepaald ingekomen stuk niet zodanig urgent is, dat het alsnog aan de agenda moet worden toegevoegd. Het laatste gebeurt zo weinig mogelijk en bij hoge uitzondering, omdat het burgemeester en wethouders bekend is welk een weer zin tegen een dergelijke gang van zaken bij de raad bestaat. Bovendien heeft het heel weinig zin om een ingekomen stuk aan de agenda toe te voegen, in dien het niet behoorlijk in het college is behandeld. Er kan dan niets over worden medegedeeld. Het zoëven door spreker aangeduide stuk wil het college echter thans wel aan de agenda toevoegen, omdat het anders als mosterd na de maaltijd komt, terwijl het daarin behandelde onderwerp zo eenvoudig is, - 158 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 159