31 augustus 1966, Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 176(26) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van een riolering in de Korte Kerkstraat. 1777(27) Voorstel tot aankoop van grond gelegen nabij de Beukenlaan van mevrouw A.E. van Asch-Kok met vaststelling van de desbetreffende begrotingswijziging. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De VOORZITTER houdt daarop de volgende toespraak: Mevrouw, mijne heren.' Hiermede zijn wij gekomen aan het einde van de laatste ver gadering van de raad in de huidige samenstelling. Wij hebben deze verga dering met opzet eind augustus gehouden, ten einde daardoor in de gelegen heid te zijn afscheid te nemen van de oude raad als geheel en in het bijzonder van die raadsleden die niet meer in de nieuwe raad zullen terug keren. Velen van u hoop ik de volgende week in de nieuwe raad weer terug te zien.Maar voor deze groep van mensen is dit ogenblik toch een moment van afscheid. En bij dit afscheid wil ik u hartelijk danken voor de medewerking, het begrip en soms ook de lankmoedigheid, die ik van u heb mogen onder vinden. Terugziende op de afgelopen vier-jarige periode kan ik niet anders zeggen dan dat het voor mij een genoegen was leiding te mogen geven aan de vergaderingen van uw raad. II. weet heel goed, dat de raadsvergaderingen weliswaar heel belangrijk zijn, maar dat veel van het werk niet hier wordt verricht. In de raadsvergaderingen komt slechts het laatste stadium aan de orde van een dikwijls lange periode van voorbereiding, waarbij u zelf ook betrokken bent geweest. Met elkaar, met het college en met mij heeft u dit stadium echter in een plezierige toon weten te houden. U heeft dikwijls be grip getoond voor het feit, dat wij soms haast hadden. Helaas is de gang die wij er in de gemeente in hadden zittep dit jaar vertraagd door de bekende moeilijkheden op financieel gebied. Wij zijn wel in de raad min of meer doorgegaan, alsof er niets aan de hand was. Er zijn besluiten genomen over de rioleringen en over een brandweerga rage annex voorzieningen voor gemeentewerken, maar verder dan het papier is het helaas niet gekomen. Administratief hebben wij de gang erin gehouden, maar bij de uitvoering staan wij op het ogenblik voor geweldige moeilijk heden. Die moeilijkheden zijn veel groter dan u over het algemeen beseft. Wij zijn bezig om ons zo goed mogelijk door deze moeilijkheden heen te slaan en om te voorkomen dat tengevolge van deze moeilijkheden voor een lange pe riode allerlei bezwaren voor de gemeente en haar inwoners ontstaan. Het is dus niet zo'n erg plezierige periode, waarin wij verkeren bij het afscheid van deze raad. Wat dit betreft, hebben wij onszelf echter niets te verwijten. De moeilijkheden zijn door buiten de gemeente liggende omstandigheden ontstaan. Wij kunnen zelfs zeggen: De gemeente verkeert in een financieel gezonde situatie. De gemeentefinanciën zijn gezond. In de krant leest men vele berichten over grote financiële moeilijkheden, waarin andere gemeenten verkeren. Ik kan dan niet anders zeggen dan dat wij ons in Soest wat dit betreft gelukkig mogen prijzen, want wij kampen welis waar met financieringsmoeilijkheden tengevolge van de nu eenmaal algemeen bestaande kapitaalsschaarstemaar financieel gezien is de gemeente gelukkig gezond. Wij moeten overigens steeds heel erg voorzichtig blijven. Ik geloof dat wij onze gezonde financiële toestand juist te danken hebben aan de voor zichtigheid die wij in de afgelopen jaren steeds hebben betracht, zonder daarbij het noodzakelijke uit het oog te verliezen. Ik neem dus van de raad in de huidige samenstelling afscheid met bijzonder plezierige gedachten. Dat is geen formaliteit. Ik meen dit werke lijk. Een bijzonder woord van afscheid wil ik richten tot die leden van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 168